
Vlaanderen vakantieland? Helaas is dat niet voor iedereen vanzelfsprekend. Mensen met een beperking hebben vaak extra opzoek- en voorbereidingswerk vooraleer ze op reis kunnen. Toerisme Vlaanderen timmert al jaren aan de weg van toegankelijkheid. En wie kun je daarvoor beter engageren dan een ervaringsdeskundige? Pieter Ghijsels vertelt hoe hij zelf omgaat met zijn beperking en hoe hij de wereld toegankelijker maakt. Denk je daarbij enkel aan rolstoelhellingen? Dan leer je dadelijk hoe beperkt je nog denkt over dit complexe thema!
Van opleiding ben je communicatiewetenschapper, maar je werkt al bijna twintig jaar bij Toerisme Vlaanderen. Hoe ben je in die sector getuimeld?
Ik wilde altijd al graag schrijven en iets doen wat maatschappelijk zinvol is. En dus was ik een tijdje freelance journalist, daarna ging ik aan de slag bij de helpdesk van een vereniging van grafische bedrijven en nog later werkte ik bij een ngo. Uiteindelijk kwam ik eind jaren ’90 bij KVG, de Katholieke Vereniging Gehandicapten vzw, terecht. Zij hadden een vakantiebureau waar mensen met een handicap vragen konden stellen. Het maakte niet uit waar ze naartoe trokken. Ik was toen de leerling-tovenaar die op het ontluikende internet rondstruinde. Als je wat talen verstond, vond je in al die bronnen wel je weg.
Begin 2000 woonde ik vanuit KGV een persconferentie van Toerisme Vlaanderen bij. Die overheidsdienst had bij honderd hotels onderzocht hoe toegankelijk ze waren. De antwoorden verzamelden ze in een boek vol tabellen en cijfers, telkens met een summiere beschrijving van wat je ter plekke kon verwachten. Heel basic. Hun opzet was zeer interessant: voor het eerst hadden we objectieve meetgegevens over toegankelijkheid in Vlaanderen.
Wat konden mensen met een beperking daarmee?
De boeken werden massaal besteld, ook al kwamen er weinig of geen adressen uit waar je als rolstoeler zelfstandig zou kunnen logeren. Maar je wist tenminste voor elk onderdeel van het gebouw wat je kon verwachten. Dat was nieuw! Met hulp of extra voorzorgen was het voor sommigen misschien wel haalbaar.
je wist tenminste voor elk onderdeel van het gebouw wat je kon verwachten.
Ondertussen bestaat er een databank www.toevla.be met dat soort objectieve info. Om de best toegankelijke adressen van vakantieverblijven, infokantoren en bezoekerscentra in één oogopslag herkenbaar te maken, hebben we intussen een A- of A+-label. Maar zo’n label is per definitie een te eenvoudige interpretatie. Je moet altijd nog je persoonlijke mogelijkheden en beperkingen afwegen.
Je persoonlijke mogelijkheden en beperkingen afwegen, hoe doe je dat?
Ikzelf gebruik voor lange afstanden al jaren mijn scooter. Die haalt 15 km per uur. Binnenshuis loop ik met krukken. Daardoor kan ik me behelpen op plaatsen waar dat voor vaste rolstoelers niet lukt. En dus beoordelen zij logies ook anders. Ik hoorde van een rolstoelgebruiker dat hij een bepaald hotel zijn ‘favoriet’ noemde. Dat was voor mij heel onverwacht, want de badkamer was te klein voor een rolstoel. Maar hij werd op bed gewassen, dus maakte die krappe badkamer voor hem niet uit, hij had die voorziening toch niet nodig.

Je ziet, die resultaten interpreteren was al een opgave op zich. Maar bon, het was wel de eerste keer dat we wisten waar we aan toe waren. Voortaan sprak men van ‘concrete knelpunten’ en ‘goede aspecten’, niet meer van de parapluterm ‘rolstoelvriendelijk’. En dus kon je als persoon met een beperking gerichter kiezen waar je naartoe wilde.
Jij kwam dus dankzij die persconferentie bij Toerisme Vlaanderen terecht?
De administrateur-generaal was een van mijn vroegere professoren. Hij kende me nog en was blij me te zien. En dus plaatste hij me naast de mevrouw die het onderzoek had georganiseerd. Dat was een belangrijk moment voor mij, want een jaar later zou zij mijn diensthoofd worden. Op die persconferentie zelf heb ik niet veel vragen gesteld, het was duidelijk dat ze met de kwestie serieus verveeld zaten.
Ze beseften dat ze niet konden werken met het voorliggende rapport?
Inderdaad, Vlaanderen was geen vakantieland voor iedereen. Daar konden ze niet tevreden mee zijn. Heel bijzonder was het inzicht dat toen bij Toerisme Vlaanderen ontstond: ‘Toegankelijk toerisme is toerisme! Misschien zit daar wel een aspect van welzijn aan vast, maar au fond is toerisme onze bevoegdheid als overheid. En dus moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat die sector in orde is. Hoe gaan we dat doen? Niet door zelf het warm water uit te vinden! We gaan te rade bij organisaties die al met dat thema bezig zijn.’
Toegankelijk toerisme is toerisme!
KVG had een soort vakantiebureau voor mensen met een beperking en dus konden we de handen in elkaar slaan. Toerisme Vlaanderen vroeg onder andere aan KVG of we onze kennis en onze medewerkers wilden binnenbrengen.
Dat werd een soort partnerschap?
Inderdaad. Gedurende drie jaar draaiden we een proefproject en daarna werd ik formeel medewerker van Toerisme Vlaanderen en vast benoemd ambtenaar.
Hoe pakten jullie het issue van toegankelijkheid aan?
Heel belangrijk was dat Toerisme Vlaanderen navraag deed bij het doelpubliek, bij de verschillende gehandicaptenverenigingen dus: ‘Wat hebben mensen met een beperking nodig? Aan welke prioriteiten moeten we eerst werken? Wat is niet dringend maar wel nice to have?’ Uit die bevragingen bleek dat het schoentje op drie plaatsen knelde: van de hotels wisten we het al, maar ook bij andere toeristische gebouwen en plaatsen zagen we grote knelpunten.
Wat hebben mensen met een beperking nodig? Aan welke prioriteiten moeten we eerst werken?
Daarnaast hadden uitbaters en medewerkers weinig kennis van of ervaring met mensen met een beperking. Ten slotte was er ook een gebrek aan heldere informatie over wat wél toegankelijk was. Voor rolstoelgebruikers waren toegankelijke logies het hoofdprobleem: pas als je onderdak hebt, kun je echt op reis gaan.

Blinde en slechtziende, dove en slechthorende bezoekers misten dan weer veel van de beleving en informatie in de Vlaamse musea en attracties.
Wat vergeten uitbaters het vaakst als ze logies voor mensen met een beperking aanbieden?
Wel, het geheel moet kloppen! Wat heb je eraan als de ingang toegankelijk is maar de badkamer is niet aangepast? Wat heb je aan een toegankelijke badkamer als de voordeur te smal is? Ik heb voorbeelden gezien van hotels die veel moeite en geld in een rolstoeltoegankelijk interieur hadden geïnvesteerd, maar je raakte met een rolstoel niet binnen. Dat is zo jammer, want zo verandert een aangepaste badkamer of een toegankelijk toilet in een duur berghok.
Hebben jullie bij Toerisme Vlaanderen een aparte afdeling voor toegankelijkheid?
Dat is geëvolueerd. In het begin vormden we een apart infopunt, maar na drie jaar werden we een volwaardig onderdeel van Toerisme Vlaanderen. Nu werken we voor de Dienst Kwaliteit, samen met onder andere familievriendelijk toerisme, duurzaamheid, gastvrijheid en innovatie.
Dat klinkt heel inclusief en holistisch …
Klopt. En weet je wat ook heel belangrijk is? Dat àlle projecten die door Toerisme Vlaanderen op welke manier dan ook gesteund worden, toegankelijk zijn. Als een initiatief geen rekening houdt met toegankelijkheid van bij de planning tot de afwerking, is er echt een probleem.
alle projecten die door Toerisme Vlaanderen op welke manier dan ook gesteund worden, moeten toegankelijk zijn.
Rolstoeltoegankelijkheid is belangrijk, maar we waarderen ook plaatsen die in andere vormen van toegankelijkheid uitblinken.
Hoe moet ik me dat ‘uitblinken’ voorstellen?
Een museum dat met de beste wil van de wereld geen toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers kan realiseren, blinkt bijvoorbeeld uit in voorzieningen voor blinden en slechtzienden, voor doven en slechthorenden. Voor dat publiek zetten zij alles op alles. Rolstoelgebruikers vertegenwoordigen niet de volledige groep van mensen met een beperking, hé. En dus geldt toegankelijkheid niet alleen voor hen.

Dat was trouwens het tweede aspect dat uit het onderzoek kwam: de beleving van blinden en slechtzienden, doven en slechthorenden. De meeste mensen gaan namelijk niet op vakantie om de hele dag op hun hotelkamer te blijven zitten!
Bij welke ervaringsdeskundigen kloppen jullie aan om de beleving van zoveel mogelijk mensen met een beperking te coveren?
Binnen ons team zijn we met twee personen die een formele beperking hebben. Naast mezelf heb ik een collega die zwaar slechtziend is. Intussen zijn ook onze collega’s zonder handicap helemaal mee. Ruimer binnen Toerisme Vlaanderen trekken nog mensen met een beperking mee aan de kar. We zoeken telkens weer gesprekspartners, zowel experten als ervaringsdeskundigen, binnen de verschillende communities van mensen met beperkingen. We mikken op de belangrijkste vereisten van toegankelijkheid. Als we ons oor te luisteren leggen bij mensen die bepaalde aspecten heel scherp ervaren, weten we dat onze aanbevelingen ook voor andere mensen geschikt zijn.
Op welke specifieke elementen letten jullie?
Aan musea en tentoonstellingen, congressen en infokantoren herhalen we telkens weer: bied jullie informatie minimaal via twee kanalen aan. Zorg dat jullie bezoekers de informatie kunnen zien en horen, of kunnen horen en voelen.

Denk aan een bordje bij een kunstwerk. Als dat bordje meer informatie bevat dan de titel, is het fijn als je dat verhaal ook auditief aanbiedt. Dat is niet alleen interessant voor slechtziende mensen. Dat is ook handig voor mensen die in hun zicht gehinderd worden omdat er voortdurend andere mensen voor hun neus komen staan.
toegankelijkheid is noodzakelijk voor 15% van de mensen, belangrijk voor 60%
en handig voor iedereen.
Nog een ander voorbeeld: als je op een plek kan rondwandelen zonder het risico dat je je op de kasseien verongelukt, is dat voor iedereen beter en niet alleen voor krukkenlopers. Om het met een boutade te zeggen: toegankelijkheid is noodzakelijk voor 15% van de mensen, belangrijk voor 60% en handig voor iedereen.
En daarom richten jullie je bij Toegankelijk Toerisme tot iedereen?
Ja, inderdaad. Wij zijn destijds begonnen als een correctie op het bestaande aanbod, maar nu beschouwen we toegankelijkheid als een algemene kwaliteit. Wat mensen met een handicap nodig hebben, is nuttig om zoveel mogelijk mensen volwaardig van een vakantie of uitstap te laten genieten. Natuurlijk weten mensen met een formele beperking beter waarop we moeten letten. Zij voelen die zaken dikwijls veel intenser aan: zij hebben een soort antenne en een bepaalde manier om met hindernissen om te gaan. Niet dat zij plots een superzintuig ontwikkelen, dat is echt een misverstand.
Iemand die blind is, heeft dus geen scherper gehoor?
Exact, dat klopt niet. Wel zal die persoon zich meer concentreren op auditieve informatie. En dus zal hij ons erop wijzen dat de akoestiek in een bepaald jeugdverblijf nogal ‘klettert’. Ikzelf zou daarop misschien niet letten, maar ik zal me achteraf wel vermoeid voelen en hoofdpijn krijgen, zonder te weten waarom.
Veel onnodige hinder dus …
Ja, ik noem dat ‘ruis’. Dat associeer ik niet alleen met hoorbaar geruis of drukte. Ik gebruik het woord ‘ruis’ ook op een andere manier. Denk aan wat een technicus ‘ruis’ noemt: de trillingen of de wrijving die je krijgt als een machine niet helemaal juist is afgesteld. Dat is storend energieverlies en dat leidt tot oververhitting of slijtage. Pas dat nu toe op een reiservaring. Dan is ‘ruis’ de onnodige rompslomp, irritatie en last die je in de weg staat. Waarom zouden we dat soort ruis niet proberen te vermijden? Natuurlijk mag een ervaring nog uitdagend zijn – dat kan zelfs een meerwaarde bieden. Denk bijvoorbeeld aan een pittige helling op een fietsvakantie. Maar laat ons eerlijk zijn: sommige toestanden kunnen we missen als kiespijn.
Hoe kan je die ruis wegwerken of zelfs vermijden?
Bij Toerisme Vlaanderen is de laatste jaren heel veel te doen geweest over het ontwrichtende impact dat toerisme kan hebben op de plaatselijke bevolking of op het milieu. Wij waren daar al voor de coronaperiode mee bezig. De bevolking van sommige internationale toeristische trekpleisters voelt zich niet meer prettig in de eigen habitat. Ze kreunen onder de stroom gasten, ze ervaren hen als overlast. Bij Toerisme Vlaanderen willen we erover waken dat dit hier bij ons niet zo ver komt.
De bevolking van sommige internationale toeristische trekpleisters voelt zich niet meer prettig in de eigen habitat.
Een florerende plek – of in toeristische zin: een florerende bestemming – is een streefdoel, waarbij we de interactie tussen reizigers, de economische belanghebbenden, de bewoners en hun leefomgeving op een duurzame manier benaderen. ‘Florerend’ verwijst naar het idee dat al die facetten eigenlijk één levend organisme vormen – een beetje zoals een bos. Mijn verhaal over ruis speelt vooral op een menselijk niveau, al klopt het wel dat een onaangepaste service niet alleen voor de klant, maar ook voor de medewerker energieverslindende ‘ruis’ kan zijn.
Doel je nu op onze kunststeden zoals Brugge, Gent en Antwerpen?
Op die plekken zou die overlast inderdaad het eerst merkbaar worden als we zo verder doen. Daarnaar is onderzoek gevoerd. Gelukkig voelen de meeste van onze Vlaamse steden het toerisme nog niet aan als een gevaarlijke evolutie. En dan bedoel ik: een overmaat aan vuilnis, te druk, te veel toeristen. Denk aan de plekken die cruiseschepen aandoen. Dat is een typevoorbeeld van wat fout kan lopen, niet per definitie, maar het is wel een risico. Op een uur tijd worden die plaatselijke dorpen overspoeld door een golf van internationale toeristen die niets kopen, niets consumeren en dus niets bijdragen aan de lokale economie.
Wij willen florerende plaatsen en een bloeiende gemeenschap. Dat kan pas als alles in evenwicht is, als de draagkracht van de natuur en de plaatselijke bevolking gerespecteerd worden.

Miljoenen bezoekers ontvangen is niet langer het criterium. We willen niet langer méér, maar wel beter toerisme.
Een florerende plek leeft dus van de respectvolle manier waarop toeristen en de plaatselijke bevolking met elkaar omgaan …
Ja, en ruimer nog gaat het over de interactie met de omgeving en de natuur. Met iedereen! Dat is net het punt. Bij Toerisme Vlaanderen hebben we gezocht naar betekenisvolle manieren van reizen. Dat deden we samen met onze medewerkers en met iedereen die met ons te maken heeft. We vroegen hen: ‘Vertel es een anekdote die jou altijd zal bijblijven of die je als persoon zelfs veranderd heeft.’
Wat vinden ze zoal speciaal aan hun vakantie?
Dat is heel divers. Sommige mensen verwijzen naar een ervaring van een bepaald landschap waarin ze zich heel klein voelden. Anderen hebben mensen ontmoet die heel arm en toch bijzonder creatief waren. Voor hen was dat bijzonder confronterend. Ze zegden: ‘Voor ons is warm water heel gewoon, maar voor hen in het geheel niet.’ Voor nog andere toeristen maken persoonlijke gesprekken en ontmoetingen hun vakantie onvergetelijk.
de toeristische sector gaat veel te veel uit van fictieve consumenten: een gezin met een mama, een papa en twee kindjes, allemaal in topconditie en zonder beperkingen of persoonlijke issues.
Dankzij die antwoorden merkten we dat onze toeristische sector veel te veel uitgaat van fictieve consumenten: een gezin met een mama, een papa en twee kindjes, allemaal in topconditie en zonder beperkingen of persoonlijke issues. Dat zijn marketingprofielen, geen echte mensen. Als je wél aandacht besteedt aan unieke mensen, krijg je een betekenisvol contact en kan je goede gesprekken voeren. Alleen al door mensen te observeren, kan je geïnspireerd raken!
Waaruit haal jijzelf inspiratie op vakantie?
Vooral uit menselijk contact. Mijn vrouw Karen en ik staan vaak versteld hoeveel de mensen die we ontmoeten over hun eigen streek kunnen vertellen. Ik denk dat dat in Vlaanderen veel beter kan. Wij willen daar alvast voor onszelf werk van maken.
Hoe willen jullie dat aanpakken?
We volgden al twee keer een rondleiding in onze eigen stad. Zo leerden we al veel over onze plaatselijke bezienswaardigheden! Op Vlaams niveau wordt nu gesproken over de nood aan ‘ambassadeurs’: mensen die bereid zijn om toeristen en bezoekers te vertellen over hun streek en hen daarin wegwijs te maken. Dat is geen formele rol, maar eentje die je opneemt als de gelegenheid zich voordoet.
Ken je plek!
Ja, dat is in elk geval de eerste stap. Je zou ervan versteld staan wat je allemaal over je eigen omgeving kunt opsteken. Verhalen, onbekende plekjes en paden,…
Wat vind je het meest zinvolle aan je werk bij Toerisme Vlaanderen?
Ik heb het nogal voor zogenaamde bijkomstigheden. Pas op, ik heb veel respect voor mensen die met grote en belangrijke zaken bezig zijn. Waarschijnlijk is vakantie geen groot thema als je het vergelijkt met wonen, onderwijs en werken. En toch denk ik dat een bijkomstigheid zoals een vakantie een hefboom kan zijn. In de eerste plaats voor de samenleving.
een bijkomstigheid zoals een vakantie kan een hefboom zijn.
Toerisme heeft veel raakpunten met andere domeinen zoals kunst, sport en vervoer. Vanuit Toerisme Vlaanderen zijn we afhankelijk van hen. En toch hebben we ook invloed. Als we ergens op bezoek gaan en aan de uitbater voorstellen om samen een totaalplaatje te maken zodat mensen met en zonder beperking goed hun weg vinden, dan maakt het een wereld van verschil dat we onder de vlag van Toerisme Vlaanderen werken.
Vanwaar dat verschil?
We worden ernstiger genomen dan toen ik nog vanuit de handicapbeweging werkte. Toerisme is een sector en een economische factor waaruit mensen inkomen en prestige halen. Hier spelen heel andere motivaties dan wanneer je hen vanuit de invalshoek van welzijn of vanuit sociale redenen benadert.
Geen moraliserend vingertje bij jullie!
Totaal niet! Integendeel zelfs: het is een kans om nog meer inkomsten of nog betere recensies te verwerven. Deze week hoorde ik een frappante anekdote over een groot hotel in Ierland met behoorlijk wat congresfaciliteiten. De uitbaters waren nogal categoriek voor toegankelijkheid gegaan. Ze wilden dat alle congresgangers volwaardig van de faciliteiten gebruik konden maken. Het toeval wil dat de Ierse regering een jaar later besliste dat voortaan geen enkel event dat door de overheid georganiseerd werd, in ontoegankelijke plaatsen mocht doorgaan. Op slag rijfde dat hotel alle contracten binnen! Hun concurrenten die dat idee van toegankelijkheid voordien maar niets vonden, stonden in de kou …
Dus je overtuigt toeristische trekpleisters om te investeren in toegankelijkheid omdat ze er zelf beter van worden?
Natuurlijk! Puur uit liefdadigheid moeten ze het van mij niet doen. Het is een gezonde manier van zaken doen, dus daar mag gerust een zekere mate van welbegrepen eigenbelang bij horen. Daarnaast is jaloezie een belangrijke factor.
Jaloezie? Hoezo?
Als een bepaald hotel een A- of zelfs een A+-label behaalt, willen de concullega’s dat ook! Ik herinner me nog heel goed dat Gent de gemeenteraad samenriep en zich afvroeg waarom omliggende gemeenten hotels met een A+-label konden aanbieden en de stad niet. Toen wist ik: nu zijn we goed bezig. Nu is toegankelijkheid geen verplicht nummertje meer, het is aantrekkelijk, het brengt prestige en economisch voordeel met zich mee. Toegankelijkheid rendeert.
Omdat er meer mensen met een beperking van de faciliteiten gebruik maken?
Niet alleen daarom, al zijn zij op zich een groot en interessant publiek. Maar toegankelijkheid kan voor heel veel mensen aantrekkelijk zijn. De allereerste die het A+-label heeft gehaald, was een B&B. De uitbaters maakten er een punt van om telkens wanneer een gast aangaf ‘Nee, hoor, die toegankelijke ruimte hebben we niet nodig’ die toch te tonen en te wijzen op alle aantrekkelijke aspecten ervan.

Je moet er geen ziekenhuis van maken, hé! Het mag niet toegang-lelijk zijn: de ruimtes moeten mooi, aangenaam en luxueus zijn. Als je als uitbater in een ruime douche voorziet, zal ook een gezin met vier kinderen graag in jouw logies verblijven. We vragen uiteraard om dat soort toegankelijke ruimtes zo lang mogelijk voor mensen met een beperking beschikbaar te houden, maar als het jouw laatste kamer is, bied die dan vooral aan andere gasten aan en weet dat die absoluut haar charmes heeft.
Ontdek meer over toegankelijkheid op de site van Toerisme Vlaanderen!
Interview: Redactie MagaZijn
Lees ook deel twee van Pieters verhaal met concrete informatie over toegankelijke toeristische highlights in Vlaanderen en ver daarbuiten: ‘Je vakantie is geslaagd als je beperking er niet meer toe doet!’
Boeiend artikel? Help ons zin geven en delen
- klik hier en sluit je aan bij het MagaZijn van de zin!
- laat een reactie achter onder dit artikel
- deel dit artikel met je vrienden en familie
- stuur ons jouw eigen zingevend verhaal op info@magazijn.community
Dank je wel!