Zomers circus in de stad!

0
14

Deze cursiefjes zijn geschreven beelden van oma Bibi die op haar kleinkinderen past en telkens zo ontroerd is dat ze over hen MOET schrijven … 

De olijke letters CIRKL kleden zich met roze en gele streepjes, lonkend naar plezier en beweging. Ze hangen en plakken en dansen in de hele stad. Het festival neemt de binnenstad over en transformeert de stad tot een bruisend centrum van hedendaags en vernieuwend circus van over heel de wereld. Geniet van voorstellingen, foodtrucks, muziek of leer je allereerste trucs. De Velodroomsite is opnieuw het stralende middelpunt van CIRKL 2024. Mis het niet!

Mijn dochter trakteert me. Samen met de kindjes naar een voorstelling. Joepie! Louisa en Flynn dragen een short en missen hun zonnebril. De voorstelling gaat echter door in een koele kerk ergens tussen kasseisteegjes midden in de stad. We wachten naast een biechtstoel. Een mevrouw geeft richtlijnen in het Engels: dat we kunnen zitten of staan, dat we ons best verspreiden in de ruimte, dat we kunnen meedoen, … haar stem kan het geroezemoes amper overluiden. Een thermos valt. Flynn en Louisa wachten ongeduldig.

Vrouwen komen uit het doek tevoorschijn in wit ondergoed en met stevige benen. Ze houden een paal vast waar een vrouw met groene vlechten op klimt.

Tot we mogen gaan. In die indrukwekkende lege ruimte die een ontvoogde kerk achterlaat. Met in het midden een wit doek, dat golft en ons aantrekt. Waar we automatisch rond gaan staan. Ik ga op een stoel zitten. De kids wurmen zich rond hun mama. Louisa zwaait naar een vriendinnetje aan de overkant. Het doek golft op bangelijke muziek, stilaan ontwaren we wezens onder het doek. Louisa en Flynn klampen zich vast aan moeders benen en armen. Vrouwen komen uit het doek tevoorschijn in wit ondergoed en met stevige benen. Ze houden een paal vast waar een vrouw met groene vlechten op klimt. Als een flamingo staat ze hoog op één been, daarna stapt ze horizontaal op het dunne ijzer, tenen krullend, armen zwierend naar evenwicht. De kinderen kijken die hoogte in. Kijken en kijken. Tot de vrouwen terug onder het doek verdwijnen met hun ijzeren stangen, en opnieuw golven, deinen, gedijen, eerst klein dan weer groter en hoger. De muziek dreigt opnieuw, klinkt beangstigender dan de Baba Yaga van Moussorgsky.

Mijn dochter en Louisa gaan in op de uitnodiging om mee te gaan onder het doek. Flynn roept luid: ‘Nee, nee’, terwijl zijn hand een wegduwend gebaar maakt. Steeds meer mensen doen het , onder het doek verdwijnen en meedeinen. Flynn komt naar mij gelopen: ‘Wille niet, wille niet’. Heel zijn wezen verstrakt, er lopen dikke tranen over zijn wangen. Ook als ik voorstel om met mij mee onder het lichtschijnend wit te kruipen, verzet hij zich stellig. Zijn beentjes weigeren dienst, bevriezen. Zijn gehuil galmt. Zijn mama maakt een komgebaar van onder het doek. ‘Wille niet’ schreeuwt Flynn. De hele kerk, alle mensen bij elkaar. Het gehuil vermengt zich met de beangstigende klanken die zijn hele lijfje bezetten. Ik probeer hem gerust te stellen: ‘Mama en Louisa zijn niet weg, Flynn. Ze zitten gewoon op hun gemakje onder dat doek, ze vinden dat leuk.’ Maar die woorden smaken als vieze snoepjes. Uiteindelijk draag ik hem naar buiten, naar het daglicht, naar de zon. Buiten lijkt het alsof we een bende tijgers en leeuwen tegelijk zijn ontvlucht.

‘Waarom moet die dreigende beangstigende muziek?’ denkt mijn moeders-, pedagogen- en mensenhart. Is er nog geen angst genoeg in de wereld? Ik hoor het angstig gehuil van Gazaanse, Oost-Congolese of Soedanese kinderen in mijn achterhoofd.

Flynn loopt spontaan naar de velodroom. ‘Palmbomen!’ roept hij en wijst naar het tropisch decor bij een hoop ligstoelen, een touwenbrugparcours en wemelende genietende mensen rondom. Ijsjes, zoete dranken, een reuzegroot blokkenspel voor de kinderen, scheppen een luchtig zomersfeertje. Het ruikt er naar pannenkoeken en zonnecrème.

Mijn blije kleinzoon troont me naar twee ligstoelen. ‘Ligstoelen, Bibi, kom!’ Hij nodigt me enthousiast naast hem uit nadat hij de kleuren van de stofstroken heeft benoemd. We liggen. We glimlachen naar elkaar, nog en nog, woordeloos (en voor Flynn is dat vrij uitzonderlijk). Het is alsof mijn kleine jongen zichzelf heeft teruggevonden en die uitkomst verwerking vraagt. Mama en Louisa zitten nu wel onder het doek, hij zit er nu lekker boven, met welluidende stemmen en een zon die hem toelacht. En Bibi die toch ook een beetje mama is. Zo liggen we daar, een half uur lang. Soms piept hij onder en dan boven het doek van de stoel, maar de meeste tijd ligt hij gewoon te kijken en te soezen. Heerlijk.

‘Kijk, Flynn, daar trommelaars!’ Hij speurt het plein af. Een paar trommelaars pakken hun glinsterende instrumenten uit. Flynn kijkt heen en weer hoe ze zich opstellen langs onze kant. Na een fluitsignaal start hun oorverdovend getrommel. Ik hou mijn hart vast. Flynn kruipt uit de ligstoel en gaat dichterbij op een houten trapje zitten. Zijn oren houdt hij dicht met beide handen. Stevig omklemt hij ze. Nu kan hij zichzelf beschermen. Hij kan het gedreun de baas. Hij kijkt en kijkt, hoe de rode bollen van de trommelstokken zwierig dansen op hun blikkerend vel. Daarna hoe de spelers een dans vertellen met hun hele lijf, ronddraaiend rond hun as, of rond elkaar.

Flynns ogen schitteren, hij is er weer helemaal bij, blij.

Tekst: Brigitte Puissant
Coverfoto © Robin McPherson voor Pexels rv

Boeiend artikel? Help ons zin vinden en zin delen:

 Dank je wel!

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here