
Samen met Winnie the Pooh is Beertje Paddington de populairste beer ter wereld. Een creatie van Michael Bond, die op de laatste dag van de opname van de film overleed. Paddington 2 overtreft als sequel ruim de eerste film en dat is op zich al zeldzaam. Geprikkeld door de lyrische recensies trokken we naar de filmzaal om daar exact 1 uur en 43 minuten later in de geur van popcorn (ja, het blijft een kinderfilm voor volwassenen!) geheel vertederd en vol geloof in de goedheid van de mens buiten te komen. 4 redenen van de 100 waarom je deze film zeker moet zien.
-
Het is een verbluffend visueel spektakel
Van bij de eerste beelden ben je al verkocht: de techniek om de beer naadloos met echte acteurs te laten samenspelen, geeft een ongelooflijke naturel. Zo sterk dat je niet verbaasd zou zijn bij het buitenkomen his bearness voorbij te zien wandelen en samen met zijn wijze tante Lucy een boterham met marmelade te zien verorberen.
De scène waarin Paddington in het opklapboek over Londen duikt en daar imaginair met tante Lucy rond kuiert, is sprookjesachtig spectaculair. Het herinnerde ons aan onze eigen kindertijd waarin ze dit soort boeken maakten. Fotografie, kleur en licht staan helemaal in functie van de boodschap van de film. Sommigen zullen het pastel en suiker vinden, maar hier is het allemaal op zijn plaats.
-
Hilarische humor
Regisseur Paul King is bekend van komische series en dat voel je in deze film. De humor is zeer gevarieerd. Die gaat van slapstick die ons doet denken aan de goede oude Comedy Capers, tot reminiscenties aan inspecteur Clouseau, James Bond en Zorro.
Zelf moesten we het hardst lachen om de gevreesde gevangeniskok Knuckles McGinty, gespeeld door Brendan Gleeson. Die wordt door Paddington helemaal ingepakt na het maken van sinaasappelmarmelade. De ruige gevangenen smelten er helemaal van en de mess wordt omgetoverd tot een restaurant met ronde tafeltjes. De gevangenis wordt zo een klein paradijs, waar de directeur ’s avonds via de intercom een verhaaltje voorleest.
Onze nummer 2: Paddingtons’ multifunctioneel gebruik van de elektrische tandenborstel. En omdat we het niet kunnen laten: onze beer ontdekt bij zijn poging om glazenwasser te worden dat hijzelf de beste spons is …
-
Hugh Grant geeft een goddelijke persiflage van zichzelf
Je moet het maar doen: op het witte doek een acteur spelen die op zijn retour is en dat in real life ook zijn …
Hugh Grant doet het met onnavolgbare Britse flair en is als slechterik zo over the top dat je hem beurtelings haat en medelijden met hem krijgt.
Blijf absoluut zitten voor de eindgeneriek en kijk hoe hij daar zijn ultieme moment de gloire beleeft.
Grant wil absoluut het pop-upboek bemachtigen dat Paddington voor tante Lucy wil kopen. Het wijst hem namelijk de weg naar het fortuin van een circusartieste. Dat uit zich in een Dan Brown-achtige queeste langs de grote monumenten van Londen. Schitterend. De oude schurk wordt natuurlijk gevat na een wilde achtervolging en komt in de gevangenis terecht. Blijf absoluut zitten voor de eindgeneriek en kijk hoe hij daar zijn ultieme moment de gloire beleeft.
-
De film is heerlijk naïef
Nee hoor, tante Lucy heeft geen gelijk wanneer ze zegt dat alle mensen goed zijn als je ze maar goed aanpakt. Peruviaanse knuffelmigrant – in dit geval heel letterlijk te nemen! – Paddington geeft de complexiteit van de integratie niet weer. Gevangenissen kun je niet domesticeren met lekker eten. En toch neem je aan van wel als je de film ziet. De naïviteit van Paddington is zo aandoenlijk dat je er zelf gaat in geloven. Wat een weelde in deze dark ages! Zoals een recensent schreef: Als je hier niet – al was het maar even – als een beter mens uitkomt, dan is er iets grondig mis met je.
Tekst: Johan Van der Vloet