Home Betalend Waarom corona een metafoor is voor de ‘nieuwe economie’

Waarom corona een metafoor is voor de ‘nieuwe economie’

0
Waarom corona een metafoor is voor de ‘nieuwe economie’

Eind 2019 vroeg MagaZijn-hoofdredacteur Johan Van der Vloet mij om een artikel te schrijven over de nieuwe economie. ‘Makkelijk,’ dacht ik, tot in mijn overvolle agenda de deadline voor het artikel steeds opschoof. En toen kwam het coronavirus in ons leven. De overvolle agenda was op enkele dagen leeg. Gelegenheid zat om aan een artikel te werken. Maar wat is een ‘nieuwe economie’ in deze onzekere tijden? Ook hier liet ik weer wat tijd overgaan. Een quarantaine van veertig dagen om na te denken. Van meet af aan heb ik het gevoel dat de manier waarop we deze crisis (be)leven, zal bepalen hoe we eruit komen en wat de nieuwe economie zou kunnen betekenen. Grijpen we morgen terug naar gisteren of staan we open voor iets nieuws? Om de Franse auteur Marcel Proust te parafraseren: ‘Gaan we op zoek naar de verloren tijd of maken we gebruik van de hervonden tijd?’

We zijn nog lang niet aan het einde van ons Latijn met het coronavirus. Maar misschien kunnen we toch al reflecteren over wat we ‘hervonden’ hebben en hoe dat mee de ‘nieuwe economie’ kan vormgeven. We vertrekken uiteraard niet van een leeg blad. Er zijn al vele boeken geschreven over zaken doen in de nieuwe economie. Denk maar aan de circulaire economie en de deeleconomie. Maar dat was voor onze corona-ervaring. Ik heb mijn bijdrage dan ook gestructureerd rond een aantal corona-termen, in een poging te vertrekken van wat ik ‘hervonden’ heb, en hoe dat kan bijdragen tot een nieuwe economie. Waar mogelijk illustreer ik dit met voorbeelden.

Tijd voor iets anders: over symptomen en incubatie

Symptomen is het meest gezochte woord op google vandaag: de uiterlijke tekenen dat iemand ziek is. Voor covid-19 zijn dat hoge koorts, hoesten en kortademigheid. Laat dat nu net ook symptomen zijn van de oude economie.

De mondiale thermometer stijgt. Het wordt steeds warmer. De voorspellingen over de wereldwijde opwarming zijn sterk afhankelijk van de emissiescenario’s die je hanteert. Wat ze gemeen hebben, is dat ze allemaal stijgen. Een hoge koorts die we niet onder controle krijgen.

de oude economie hoest gratis en besmet daarbij razendsnel ons hele ecosysteem.

De oude economie hoest ook en besmet daarbij de hele wereld met uitlaatgassen, plastic, pesticiden, ontbossing, overbevissing etc. Als ze enkel in de eigen elleboog zou hoesten – de externaliteiten zou internaliseren om het in economische termen te zeggen – zou dat minder problematisch zijn. Negatieve externaliteiten zijn externe kosten die door de economie worden veroorzaakt, maar niet in de marktprijs worden verrekend. Die kosten worden vandaag uitgehoest naar de samenleving. Als ze geïnternaliseerd worden, betekent het dat die kosten ook eerlijk vervat zitten in de prijs van de producten en diensten. In het mondmasker, om het in corona-termen te zeggen. Maar nee, de oude economie hoest gratis en besmet daarbij razendsnel ons hele ecosysteem.

Last but not least: de oude economie is in een permanente staat van kortademigheid. In de ratrace naar groei en winst wordt het steeds moeilijker om op adem te komen en om te overleven van kwartaal op kwartaal. De financiële infusen geven minder en minder soelaas naarmate de kortademigheid toeneemt. Toch houden velen van ons vast aan onze oude economie. Het is de enige die we kennen. Daarom hopen we zo snel mogelijk terug te keren naar business as usual en de ‘verloren’ tijd terug te vinden. Maar kan dat wel? En zelfs als het mogelijk is, willen we dat dan wel? Willen we verder leven met koorts, hoest en kortademigheid?

Incubatie is weer de tijdspanne tussen de start van een infectie en de symptomen. Hier ligt het grote verschil tussen de corona-pandemie en de oude economie. Bij de coronacrisis tellen we in termen van dagen. Maar de symptomen van een zieke economie – de stijgende temperatuur van de aarde, de vervuiling en het afval, de toename van de overheidsschulden etc – zijn vandaag nog niet voelbaar. Waarschijnlijk morgen ook nog niet. Het zijn onze kinderen en kleinkinderen die de gevolgen zullen dragen. Langzaam begint dat ook bij hen door te dringen. Denk maar aan de klimaatjeugd die vorig jaar massaal op straat kwam.

Bij de coronacrisis tellen we in termen van dagen. Maar de symptomen van een zieke economie – de stijgende temperatuur van de aarde, de vervuiling en het afval, de toename van de overheidsschulden etc – zijn vandaag nog niet voelbaar.

Tijd om in te grijpen met drastische maatregelen, stellen ze. Het coronavirus leert ons dat wie snel ingrijpt, de schade kan beperken. Maar wie er licht over gaat en denkt dat het vanzelf zal overwaaien, draagt de zware gevolgen. Zo ook voor de klimaatproblematiek. De Green Deal van de Europese Commissie geeft hoop. Er zijn ook voorbeelden van ondernemers die ingrijpen en niet wachten tot het te laat is. Zij bereiden de toekomst voor door niet langer op korte termijn te reageren maar een langetermijnstrategie op te zetten.

Voorbeeld Umicore 

De geschiedenis van Umicore gaat al 200 jaar terug. Tot op het einde van de vorige eeuw was Union Minière, zoals het bedrijf toen heette, vooral gefocust op de mijn- en smeltindustrie. Niet echt duurzaam dus. Het bedrijf werd dan ook kortademig. Het zag de marges op de grondstoffen slinken en besloot, onder leiding van Karel Vincke en Thomas Leysen, het roer te keren. Kijkend naar de grote maatschappelijke uitdagingen van de toekomst, koos Umicore er drie uit, waaraan zij het meest kon bijdragen met haar diensten en producten: schaarste van grondstoffen, zuivere lucht en de elektrificatie van voertuigen.

Umicore in Brugge © flows.be

Umicore wist haar expertise in metallurgie en materialen in te zetten voor een langetermijntoekomst en evolueerde geleidelijk naar het materiaaltechnologische en recyclagebedrijf dat zij vandaag is. Umicore is vandaag een wereldspeler en heeft haar ademruimte teruggevonden.

Tijd voor stilte: over quarantaine en lockdown

Het woord quarantaine werd oorspronkelijk vooral in religieuze context gebruikt, zoals de periode van veertig dagen vasten. In de middeleeuwen sloeg de term ook op de veertig dagen die de scheepslui aan wal moesten blijven om de pest niet te verspreiden. Quarantaine in coronatijd is hiervan afgeleid. Toch heeft het woord voor mij eerder de eerste, meer religieuze betekenis. Het is ongewild een tijd van vasten en van rouw, niet zozeer fysiek, wel mentaal. Ik zit niet in quarantaine maar in lockdown met mijn gezin. Heel veel zaken zijn ons vandaag ontnomen. Ik mis vooral het contact met familie en vrienden. En ook mijn werk. Mijn focus ligt meestal naar buiten: wat kan ik doen? Deze periode dwingt mij tot stilstand en reflectie. Waar ben ik mee bezig? Zonder de continue flow aan stimuli van buiten uit, dwingt het virus ons meer en meer naar onszelf te kijken. We hebben yin en yang nodig om in evenwicht te zijn, zoals de taoïstische traditie al lang predikt. Yang gaat de wereld in, handelt en overwint. Yin komt bij ons terug om bij te tanken.

Misschien gaan we in de toekomst best af en toe spontaan in quarantaine?

En guess what? Ik geniet wel van deze pauze in mijn hectisch leven. Soms is het oncomfortabel maar ik voel dat het deugd doet. Het toont ook onze kwetsbaarheid. De wereld blijft blijkbaar draaien, ook al ben ik in lockdown. Dat is een nederig gevoel én een gift. Misschien gaan we in de toekomst best af en toe spontaan in quarantaine? Want zoals Lao Tzu het uitdrukt: ‘Als je klei vormt tot een pot, is het de lege binnenruimte waardoor de pot bruikbaar wordt.’ Leegte, stilte en traagheid zijn woorden die het coronavirus opgewaardeerd heeft.

Voorbeeld – La Grande Terre

Wellbeing inspires well doing, of innerlijk welzijn inspireert om goed te doen. Dat is de overtuiging van zenpriester en sociaal ondernemer Bart Weetjens. Hij is de oprichter van APOPO, een humanitaire organisatie die HeroRAT’s traint om mensenlevens te redden door landmijnen en ziekten op te sporen (beluister hier de Ted-talk van Bart Weetjens). Vandaag begeleidt Bart mensen in het Wellbeing Centrum, La Grande Terre, in de Franse Ardennen, net over de grens. Dat is de ideale plek om even in quarantaine te gaan en te genieten van de stilte van een meditatie of van de prachtige natuur en terug tot onszelf te komen. Dat de plek op de weg naar Santiago de Compostela ligt, is geen toeval. La Grande Terre verwelkomt pelgrims uit alle universa en spirituele tradities, op weg naar liefde en vergeving, naar mededogen en wijsheid.

Tijd voor reflectie: over verspreiding en pandemie

Nog nooit is het zo duidelijk geweest hoe we met elkaar verbonden zijn. Van Wuhan tot Teheran, Milaan, New York enzovoort. In coronatermen noemt men dat verspreiding. In de nieuwe economie heet dat verbondenheid. Mooi toch? Het doet ons beseffen hoe ons eigen gedrag invloed heeft op onze omgeving. Dat proberen de ecologisten ons al lang te vertellen. De effecten van ons ecologisch handelen zullen voor het eerst door onze kleinkinderen gevoeld worden, maar het effect bij de corona-epidemie is onmiddellijk: ik geef iemand een hand en die raakt besmet.

Als we maar één les uit de coronapandemie onthouden, is het wel onze inherente verbondenheid met alles en iedereen.

De coronadreiging toont ons lijfelijk hoeveel impact we hebben op elkaar. Het is een wake-up call. Dat gevoel van verbondenheid waren we verloren in de oude economie. Denk bijvoorbeeld aan de klimaatproblematiek. Die lijkt zo groot, zo boven ons uit te steken, dat we onze eigen rol niet meer zien. We zeggen: er gebeuren rare dingen in mijn tuin. Het is te droog, het is te nat, maar verder is het leven goed. Als we maar één les uit de coronapandemie onthouden, is het wel degelijk onze inherente verbondenheid met alles en iedereen. We zijn niet alleenstaand en autonoom maar onverbreekbaar verbonden met alles en iedereen rondom ons. Het kleine gebaar van ademen, dat we onbewust en automatisch doen, heeft al een impact. Wat moet het dan niet zijn als we het vliegtuig nemen? Water vervuilen? Afval wegwerpen? De pandemie wijst op onze eigen rol én verantwoordelijkheid in een groter geheel.

Voorbeeld – palmolie

Jaarlijks wordt meer dan 47 miljoen ton palmolie geproduceerd. Tegen 2050 zal de wereldwijde vraag naar palmolie verdubbelen. Om palmolieplantages aan te leggen, zijn Azië en Latijns-Amerika overgegaan tot ontbossing op grote schaal. Elk uur worden meer dan honderd voetbalvelden tropisch regenwoud verbrand. Dit zorgt voor een enorme uitstoot van CO2 en draagt bij aan de klimaatopwarming. Met die bossen verdwijnt heel wat kostbare biodiversiteit, wat dan weer pandemieën in de hand werkt.

Grote lappen oerwoud sneuvelden voor deze palmolie-plantage in Nieuw-Guinea, aangelegd door het bedrijf PT Agriprima Cipta Persada onderdeel van de GAMA/Ganda group. © Ulet Ifansasti / Greenpeace

Waarom zouden wij daarvan wakker liggen? Wel, het blijkt dat onze consumptie hier in het Westen verantwoordelijk is voor al die ontbossing in Azië en Latijns-Amerika. Palmolie zit zowat in elk industrieel geproduceerd voedsel en product – kant-en-klaar maaltijden, koekjes, chips, choco, pizza – maar ook in verzorgingsproducten zoals zeep, shampoo, tandpasta en wasmiddel. Als we de ontbossing een halt willen toeroepen, moeten wij stoppen met palmolie te gebruiken. Palmolie helemaal uit ons leven bannen, is niet mogelijk. Maar door zelf te koken, verse groenten en fruit te eten, zetten we al een hele stap vooruit. Zo kunnen we de vraag naar palmolie en dus ook de ontbossing verminderen. To flatten the curve, zoals we dat in coronatermen zeggen.

Tijd voor de ander: zorg en social distancing

Ook voor mensen die niet ziek zijn, geldt social distancing: de beruchte anderhalve meter afstand houden en met niet meer dan vier mensen tegelijkertijd afspreken. Het is een vreemd woord, dat inhoudt dat we, om sociaal contact te houden, fysiek afstand moeten nemen. Een contradictio in terminis. En toch hebben we geleerd dat afstand houden op dit moment een vorm van liefhebben is. Afstand bewaren als een vorm van zorg. Dat is nieuw. Zorg en liefde gaan traditioneel gepaard met nabijheid.

Misschien sijpelt de zorg ook door in de economie?

Er zijn mensen die in deze coronaperiode geen afstand kunnen nemen, die wel dicht bij de mensen moeten blijven staan. Dat zijn de zorgverstrekkers in de brede betekenis van het woord. Opeens staat zorg bovenaan de agenda, daar waar de sector jarenlang als een zwart schaap werd behandeld, wat regelmatig tot witte woede leidde. Tijdens een recent online seminarie van Organisation Of The Future, sprak men van Captains of Care in plaats van Captains of Industry. Maar deze Captains of Care worden niet erkend noch betaald zoals de Captains of Industry. Misschien verandert dat na de pandemie, nu we de onmisbare zorgberoepen terug opwaarderen? Misschien sijpelt de zorg ook door in de economie? Misschien evolueren we naar een meer dienstbaar of dienend leiderschap?

Voorbeeld – Sociopolis

De zorgcentra staan in coronatijden vaak in het centrum van de belangstelling. Een parel van een woonzorgcentrum is Sociopolis in Heverlee, waar jong en oud samenwonen en samen zorgen voor elkaar (Lees hier het MagaZijn-interview met directeur Laurence Degreef en econoom Erik Vanleeuw). In die zin is het geen gewoon woonzorgcentrum. Het huisvest naast ouderen ook studenten en jongeren uit de bijzondere jeugdzorg. De bewoners zorgen voor elkaar en gaan zorgzaam met elkaar om.

In het woonzorgcentrum Sociopolis wonen jong en oud samen en dragen ze zorg voor elkaar © Sociopolis Annunciaten Heverlee

Het is een voorbeeld van de nieuwe economie, op mensenmaat. Een betekeniseconomie waarbij de bewoners geen producten zijn en zorg dragen veel meer is dan het louter ‘verlenen van hulp’ in één richting. Hier wordt zorg voor een kwetsbare medemens gezien als een mogelijkheid om wederkerige relaties van solidariteit, van co-verantwoordelijkheid en van co-creatie te beleven.

Tijd voor veerkracht: over immuniteit en vaccins

Veerkracht is het vermogen van een systeem – een individu, een bos, een stad of een hele economie – om met veranderingen om te gaan en zich verder te ontwikkelen. Het gaat over hoe mensen en de natuur schokken en verstoringen – zoals de coronapandemie, een financiële crisis of de klimaatverandering – aanwenden om tot vernieuwing en innovatief denken te komen. Dat we over veerkracht beschikken, hebben we de voorbije weken wel bewezen. Wonderlijk hoe we met z’n allen op enkele dagen tijd in een volledig nieuwe wereld zijn gestapt: telewerk, thuisscholing, videovergaderingen, afhaalmaaltijden, social distancing, mondmaskers, om nog maar te zwijgen over wc-papier. De mens past zich aan om een schok te overleven.

Volgens psycholoog, arts, auteur en resilience-trainer Chris Johnstone kunnen we ook vooruit-veren, sterker uit de ervaring komen, een transformatie ondergaan. © consciousfrontiers.com

Volgens psycholoog, arts, auteur en resilience-trainer Chris Johnstone stellen verschillende types veerkracht ons in staat om een crisis te doorstaan. De veerkracht waarvoor we opteren, bepaalt hoe we uit de crisis komen. We kunnen terug-veren, zoals een bal: we botsen op de grond, komen terug naar boven en keren zo snel mogelijk weer naar business as usual. Maar we kunnen ook vooruit-veren, sterker uit de ervaring komen, een transformatie ondergaan. Zoals een rups uit haar cocon kruipt om als vlinder weg te vliegen. De mensen die deze crisis diep ervaren, komen er anders uit dan ze erin zijn gegaan. Zij willen niet terug naar vroeger, zij aanvaarden de nieuwe realiteit en bouwen aan een nieuwe wereld.

Ik verwacht niet dat iedereen vooruit zal veren. Verandering roept weerstand op. De grote meerderheid wil het niet. Maar een kleine groep van 5 à 10% van de bevolking kan al voor verandering zorgen. Het is een beetje zoals immuniteit. Die bouwt zich ook geleidelijk op. Vandaag heeft minder dan 10% van de Belgen al immuniteit voor covid-19 opgebouwd, terwijl we toch al meer dan twee maanden in het oog van de storm zitten. Niet genoeg. Daarom is de roep naar een vaccin zo groot. Dan kan een grotere groep veel sneller immuun worden. Zo ook in de nieuwe economie. Hoe zou die er uitzien?

Voorbeeld – Schumacher Sprouts Belgium

Het befaamde Schumacher College in Engeland heeft een gevestigde reputatie als vernieuwende én duurzame onderwijsinstelling die spiritualiteit met ecologie, economie en maatschappelijk engagement weet te verzoenen. Enkele alumni van de College hebben een Belgische afdeling opgericht, in de Froidefontaine Farm, een landbouwcoöperatieve, waar de eerste cursussen zullen plaatsvinden.

Het Schumacher College in Engeland verzoent ecologie, spiritualiteit en economie en maatschappelijk engagement. © Schumacher College

De rode draad het cursusaanbod is de drie-eenheid ‘Soil, Soul, Society’. Door te werken op het land, de Soil, wordt de studentengemeenschap eraan herinnerd hoe afhankelijk we van die aarde zijn en hoe alles met elkaar verbonden is in het levensweb. De Soul is de Ziel of ons innerlijk zelf. Een uiterlijke transformatie is niet mogelijk zonder innerlijk welzijn. Daarom integreren alle cursussen niet enkel een ecologische maar ook een spirituele dimensie. Het Society-luik zorgt ervoor dat de zorg voor de aarde en jezelf geen individuele oefening blijft maar een gemeenschappelijke taak. We zijn geen aparte entiteiten, maar een set van relaties die samen de toekomst vormgeven. De cursussen van de Schumacher Sprouts Belgium willen de veerkracht van de deelnemers verhogen en ze vaccineren om, met hernieuwde veerkracht, aan de nieuwe economie te timmeren.

Tekst: Sabine Denis, directeur SPES forum vzw
Wordt binnenkort vervolgd in deel 2: Nieuwe economie als tijd voor herstel en tijd om los te laten
Coverfoto: studenten aan het werk in Schumacher College Engeland © Schumacher College Engeland

Dit artikel maakt deel uit van het dossier Nieuwe Economie.

Lees ook het interview met Sabine Denis: ‘Ik moest mijn hele connectie met de natuur terugvinden.’  

Boeiend artikel? Help ons zin te geven en te delen door lid te worden van MagaZijn: klik hier en sluit je aan bij het MagaZijn van de zin!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here