Home Betalend Psychiater Stephan Claes: ‘Alles wat we psychisch meemaken, heeft een rechtstreekse impact op ons lichaam.’

Psychiater Stephan Claes: ‘Alles wat we psychisch meemaken, heeft een rechtstreekse impact op ons lichaam.’

1
Psychiater Stephan Claes: ‘Alles wat we psychisch meemaken, heeft een rechtstreekse impact op ons lichaam.’
Stephan Claes: 'Wat mij interesseert, is waarom vooral jonge mensen zoveel druk ervaren.' © Logia

Bij professor Jean-Jacques Cassiman deed hij al onderzoek naar de link tussen genetica en psychiatrie: welke genetische factoren maken mensen extra kwetsbaar voor bepaalde psychische aandoeningen? Geleidelijk aan evolueerde het eigen onderzoek van professor en psychiater-psychotherapeut Stephan Claes naar het verband tussen stressgevoeligheid en genetische aanleg: zijn sommige mensen gevoeliger voor depressies dan andere?

Ongeveer tien jaar geleden begon hij met zijn onderzoeksgroep ‘Mind-Body’: wat gebeurt er in lichaam en geest als mensen langdurig onder druk staan? Hormonaal onderzoek naar parameters als cortisol, adrenaline en andere stressparameters spoort dat op: ‘Via mijn klinische ervaringen zie ik veel mensen met depressie, chronische vermoeidheid en burn-out. Het gaat om een complex samenspel van het biologische en het psychische. Er zijn allerhande biologische klachten die samengaan met negatieve gedachten en gevoelens.’

U bent expert in stemmingsstoornissen. Waar ligt volgens u de oorzaak daarvan? Komen de problemen vanuit onze ‘mind’ en gaan ze naar de ‘body’ of is het eerder omgekeerd?

Lichaam en geest zijn heel sterk met elkaar verweven. Alles wat we psychisch meemaken, heeft een rechtstreekse impact op ons lichaam. Bij stress kan ons lichaam op allerlei manieren reageren. Wie angstig is, zal slechter slapen. Slaapproblemen zijn een schoolvoorbeeld van hoe het biologische en het psychische in elkaar grijpen. Hetzelfde geldt voor eetstoornissen. Vaak onderschatten dokters hoe beide elementen bij een mens die onder druk staat, beginnen te ‘spreken’.

Het is niet altijd duidelijk wat eerst komt. Soms voelt iemand zich psychisch oké, maar heeft hij sterk het gevoel dat zijn lichaam niet mee wil. Hij kan zelfs boos worden op dat lichaam dat hem verhindert om te doen wat hij wil doen. Dat houdt iemand bezig, hij begrijpt niet wat er gebeurt. Het kan ook omgekeerd: een sterke angst uit zich dan via lichamelijke klachten. In die sterke verwevenheid van het psychische en het biologische ligt mijn grote interesse.

Hebben mensen met fibromyalgie of het chronisch vermoeidheidssyndroom misschien wat minder contact met hun emoties en lopen ze daardoor vast?

Het is niet zo eenduidig. Het is zoals met de kip en het ei. Een probleem kan zowel in het psychische als in het biologische beginnen. Heel vaak treedt het gecombineerd op. Je lichaam wil niet mee en daarvan word je down. Of omgekeerd. Er zijn honderdduizenden mensen in ons land die worstelen met aandoeningen zoals burn-out, chronische pijn en chronische vermoeidheid. We mogen dat niet enkel afdoen als psychische problemen. We moeten ook het lichamelijke voldoende primair stellen. Het lichaam spreekt.

Een probleem kan zowel in het psychische als in het biologische beginnen. Heel vaak treedt het gecombineerd op.

We zijn het contact met ons lichaam een beetje verloren. Vandaag zien we een tendens om opnieuw ons lichaam te leren aanvoelen, te voelen wat zich afspeelt. Mindfulness leert ons om met milde aandacht te kijken en te luisteren naar wat zich in ons lichaam afspeelt.  En dan kunnen we ons leven aanpassen.

U bent lid van het Leuvens Interuniversitair Centrum voor Zinbeleving en geleefde Religie. Hoe ziet u het belang van zingeving en religie voor onze mentale gezondheid?

Ik aarzel toch om dat te snel met elkaar in verband te brengen. Het is niet vanzelfsprekend om mijn eigen levensovertuiging binnen te brengen in mijn onderzoek, al doe je dat natuurlijk altijd een beetje. Wat mij interesseert, is waarom vooral jonge mensen zoveel druk ervaren. Soms zijn ze het slachtoffer van ‘zelfkritisch perfectionisme’. Ze zijn uiterst kritisch voor zichzelf, voor hun prestaties, hun uiterlijk, hun hobby’s, hun relaties, enzovoort.

In veel spirituele tradities, ook in het christendom, vind je een manier om daarmee om te gaan. Dat is mildheid of mededogen. In het Engels noemen ze dat ‘compassion’. Karen Armstrong, de Britse auteur en expert op het vlak van religie en aanverwante zaken, heeft een hele beweging opgezet met een handvest om in twaalf stappen tot ‘compassion’ te komen. Is dat spiritualiteit? Het is in elk geval een begrip dat belangrijk is in veel spirituele tradities.

Het is belangrijk om zowel je talenten als je begrenzingen te kennen.

Naast mildheid is er nog iets anders belangrijk: een goed besef van waar je grenzen liggen. Dat heet bescheidenheid of ‘nederigheid’, al is dat laatste een beladen woord in onze taal. In het Engels spreken we over ‘humility’. Het is belangrijk om zowel je talenten als je begrenzingen te kennen. Zo kun je je plaats innemen in het leven. Ook voor die waarde komt er aandacht vanuit niet-religieuze hoek. Dat heet dan bijvoorbeeld ‘confident humility’. De Amerikaanse organisatiepsycholoog Adam Grant introduceerde die term in zijn boek Think again. Ook dat is een belangrijke factor voor ons psychisch welzijn en voor stressreductie. Het is goed om jezelf correct te leren inschatten.

In de existentiële psychotherapie is er aandacht voor waarden die een link hebben met spiritualiteit, zoals dankbaarheid, vergiffenis vragen en geven. Op die manier kunnen mensen anders omgaan met de druk die ze ervaren.

Moeten we die spirituele grondstroom dan niet terugvinden in onze maatschappij?

We zijn dat spirituele kader hier in het Westen inderdaad kwijtgeraakt. Zachte waarden en deugden blijken toch belangrijk. De vraag is of we ze overeind kunnen houden als ze niet gevoed of gedragen worden door een christelijke traditie of praxis. Wij hebben een eeuwenlange traditie van woorden en rituelen waarop we kunnen terugvallen. Is dat nodig of niet? Kunnen we die waarden ook los daarvan beleven? Het is niet aan mij als psychiater om daarop te antwoorden. Ik zie veel depressie, angst en chronische vermoeidheid en ik denk dat het goed is om de deugden en de zachte waarden onder de aandacht te brengen. Maar hoe dat best gebeurt, is niet aan mij om te beantwoorden.

Gaan mensen met een spirituele bedding anders om met mentale belasting of met psychisch lijden?

Uit bepaalde onderzoeken blijkt dat er een verschil is, maar het is heel moeilijk om uit te maken waarin dat dan precies ligt: in de praxis, in de gemeenschap waarin men is opgenomen, in de spiritualiteit, in de verticale dimensie? Dat is niet zo eenduidig. We moeten ons ervoor hoeden om te beweren dat het geloof alle mogelijke problemen oplost.

Religie helpt om al te groot perfectionisme en gebrek aan zelfkennis te relativeren.

Ik denk wel dat religie een verschil kan maken over hoe mensen zichzelf zien: het helpt om al te groot perfectionisme en gebrek aan zelfkennis te relativeren. Want dat blijf ik heel frappant vinden: hoe zoveel jonge mensen die alle kansen hebben en goede relaties met hun ouders onderhouden, een soort burn-out krijgen voordat ze echt aan hun leven beginnen.

Is het niet normaal dat jongeren het gedurende een bepaalde periode wat moeilijker hebben? Is dat niet altijd zo geweest?

We besteden inderdaad meer aandacht aan jongeren die emotioneel wat overhoop liggen. Ergens hoort het ook gewoon bij het opgroeien. Maar vooral bij jonge twintigers is er toch wel iets aan de hand. Ze kijken met een heel strenge blik naar zichzelf. Dat is heel opvallend. Terwijl alles kan en er ook veel mildheid is op sociale media. En toch denken ze vaak: doe ik het goed genoeg? Vroeger was een burn-out iets voor vijftigers, nu zien we veel twintigers met dat probleem.

Zit onze neoliberale maatschappij en de globalisering daar ook voor iets tussen?

Natuurlijk zitten er ook sociale aspecten aan het probleem. We leven in een tijd van ontzettend veel keuzemogelijkheden, zeker voor jongeren. Dat betekent dat je ook ten volle verantwoordelijk bent voor je keuzes. Als het fout loopt, is dat jouw schuld. Het is belangrijk om daarmee te leren omgaan.

Een open wereld is fantastisch en bedreigend tegelijk.

Ik vraag me af of we per se de maatschappij moeten willen veranderen. Het is even belangrijk dat we anders leren omgaan met de wereld. Niemand wil terug naar de maatschappij van onze grootouders, toen de opties voor de meeste mensen heel beperkt waren. We willen vrijheid en keuzes. Een open wereld is fantastisch en bedreigend tegelijk. Ons brein raakt overprikkeld, want de keuzemogelijkheden zijn oneindig. Je moet je daarin leren plaatsen. Iedereen kent ook het verlangen om gezien te worden, origineel te zijn, indruk te maken. Soms lopen mensen daarin verloren. Juiste keuzes maken en je telkens afvragen of je wel in de juiste relatie zit, maakt je onzeker. Het zet druk op je brein en op je lichaam.

Is het dan niet verkeerd om problemen te verdoven of te managen met pillen?

Dat is inderdaad een probleem in ons land. Maar het is niet alleen de schuld van de dokters: pijnstillers worden vaak zonder voorschrift genomen. Voor benzodiazepines ligt dat anders. Dat zijn medicijnen die maar uitzonderlijk mogen voorgeschreven worden, terwijl er een miljoen per dag verkocht worden in België. Dokters willen patiënten helpen bij hun angsten. Ze zien soms geen andere optie dan medicatie. Vaak is dat niet de juiste oplossing. Je dekt het dieper probleem toe: dat mensen te veel druk ervaren.

Dan zijn er nog de antidepressiva…

Ja, 1,3 miljoen Belgen gebruiken die. Daar zijn in bepaalde gevallen zeer goede indicaties voor en ze helpen echt. Maar veel te veel mensen nemen ze en dat is niet de juiste oplossing. We moeten anders leren omgaan met onze problemen. Het is zo belangrijk om onze eigen grenzen goed te leren kennen: blijf jezelf en je lichaam graag zien. Luister naar je lichaam. Neem rust, beweeg genoeg. En nog fundamenteler moeten we terug naar de basiswaarden van mildheid, bescheidenheid en dankbaarheid.

Hoe behoudt uzelf een gezonde mindset middenin al het lijden waarmee u dagelijks te maken krijgt?

Als psychiater moet je een authentieke interesse hebben in mensen en hun verhalen, anders is dat geen goede job voor jou. Natuurlijk heb ik soms ook moeilijke dagen, als ik bijvoorbeeld een dag tref waarop vijf patiënten op een rij in een dieptepunt zitten. Dat kan zwaar zijn. Gelukkig zijn er meestal ook mensen met wie het beter gaat.

Stephan Claes: ‘Dat is het fijne aan mijn werk als psychiater: mensen herstellen vaak.’ © UPC KULeuven

Ik besef op elk moment dat de mensen die voor mij zitten niet anders zijn dan ik. Ze beschikken zelf over een hoop gezond verstand. Ik weet dat wat ik aanreik soms kan helpen om uit de crisis te geraken. Het is dus ook heel dankbaar werk. Dat is het fijne aan mijn werk als psychiater: mensen herstellen vaak. Ze hebben veel veerkracht, veel resilience. Het is altijd mijn streefdoel om mezelf overbodig te maken. Dat lukt niet altijd, maar wel vaak.

Waar haalt u uw inspiratie? Wie zijn uw grote voorbeelden?

Dan denk ik aan William James, de negentiende eeuwse psychiater. En aan Karl Jaspers, de fenomenologische psychiater van wie ik heb onthouden dat het belangrijk is om aan te voelen en te begrijpen wat mensen meemaken. Ik heb ook een psychiater gekend die me zei: ‘Je moet altijd meegaan met de mensen, ook als ze op een helling naar beneden zitten. Je moet altijd bij hen blijven.’ Dat vergeet ik nooit.

Speelt uw geloof een rol in de manier waarop u uw werk doet?

Voor mij persoonlijk wel. Het leert mij een zekere mildheid en aanvaarden van wat er is, dankbaarheid ook en het besef van mijn beperktheden. Ik besef dat het belangrijk is om deze job te blijven doen. Te zelfverzekerd zijn, is gevaarlijk. Dan denk je dat je alle problemen wel eens eventjes gaat oplossen. Dat werkt niet in ons vak.

Als christen ben ik ervan overtuigd dat de mens in staat is tot het beste.

Al die waarden worden voor mij gevoed door mijn christelijk geloof. Het valt mij op hoeveel jongeren een erg somber mens- en wereldbeeld hebben. Als christen ben ik ervan overtuigd dat de mens in staat is tot het beste. Ook tot het slechtste, maar dat neemt het eerste niet weg. Zelfs als mensen heel diep in de problemen zitten, kunnen ze eruit geraken. Dat geloof ik. Ik heb een diep optimisme over de mogelijkheden van de mens. De mens is veel meer dan een machine die kapot kan gaan.

Voor niet weinig therapeuten en psychiaters is de relatie tussen therapie en geloof uiterst beladen…

Vroeger bestonden psychologie en religie gewoon naast elkaar, met elk hun eigen domein. Tot er in de twintigste eeuw een groot wantrouwen kwam in de twee richtingen. De Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud beschouwde het geloof als een vorm van neurose. Nu komt daar stilaan weer verandering in. Ik zie dat er bewegingen ontstaan om spiritualiteit en psychiatrie met elkaar te laten spreken. In Vlaanderen ligt dat nog steeds heel moeilijk, in Nederland of in de Verenigde Staten is het wel mogelijk. Bij jonge mensen in Vlaanderen zie ik meer openheid en daardoor zijn er misschien nieuwe opportuniteiten.

Het is wel belangrijk dat gelovigen zich niet opstellen alsof ze alle antwoorden hebben. Het nieuwe leerboek psychiatrie vermeldt het belang van de existentiële dimensie en van de zingevingslaag voor ons mentaal welzijn. De openheid groeit dus.

Interview: Ilse Cornu
Co-redactie: Kolet Janssen

Meer lezen?

 

Hoe voelen mensen met een psychische kwetsbaarheid de wereld aan? Wat zijn hun zingevingsvragen? Waarom wordt zingeving steeds belangrijker in psychotherapie? Hoe pakken therapeuten dat aan? Hoe zit onze psyche in elkaar? Wat leren we daaruit over zin? Welke rol is weggelegd voor spiritualiteit? Een tocht die nieuwe inzichten en perspectieven biedt in de pandemie van mentale onrust.

Bestel je MagaBoek ‘In Balans’ aan slechts 14,95 euro + verzendkosten: stuur vandaag nog je naam en adres naar info@magazijn.community en vertel hoeveel exemplaren je graag wil. Veel leesplezier!

Boeiend artikel? Help ons zin vinden en zin delen:

 Dank je wel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here