Home Betalend ‘Relax, nothing is under control’. Adelheid Verstraeten helpt met Labyrint kwetsbaarheid als kracht te zien

‘Relax, nothing is under control’. Adelheid Verstraeten helpt met Labyrint kwetsbaarheid als kracht te zien

0
‘Relax, nothing is under control’. Adelheid Verstraeten helpt met Labyrint kwetsbaarheid als kracht te zien

Wat als de wereld onherbergzaam aanvoelt en ons lichaam als een wankele behuizing? Pastor-in-de-stad Adelheid Verstraeten wil met Labyrint midden in die breuken en barsten beschutting brengen. Daarmee wil ze inspelen op de vermaatschappelijking van de zorg. Die stimuleert mensen om een eigen zorgnetwerk uit te bouwen. Ze loodst haar gasten tussen de klippen van veilig en onveilig, tussen binnen en buiten, tussen kwetsbaar en krachtig. 

Hoe is Labyrint ontstaan?

Labyrint is een levensbeschouwelijke zingroep in Gent. Er komen mensen over de vloer voor wie het leven van alledag niet vanzelfsprekend is. Ze zijn psychisch kwetsbaar of stressgevoelig. Ze hebben een chronische ziekte of een beperking. Ze hebben last van hoogsensitiviteit, ze voelen zich eenzaam of zijn werkloos.

Labyrint werd in juni 2015 opgestart. Een zorgvoorziening biedt mensen maar een beperkte tijd van zorg. Daarna is het aan hen: ze moeten samenwerken met professionals uit andere sectoren en een eigen zorgnetwerk uitbouwen. Dat noemen we de vermaatschappelijking van de zorg. Het is wellicht niet toevallig dat dit me als pastor-in-de-stad boeit. Er zitten namelijk interessante groeirichtingen in die vermaatschappelijking van de zorg. Dat geldt zowel voor zorginstellingen als voor geloofsgemeenschappen. Ik zie beweging binnen verschillende spanningsvelden: tussen veilig en onveilig, tussen binnen en buiten, tussen kwetsbaar en krachtig. Die spanningsvelden herkennen we toch allemaal als mens?

Hoe versta je dat spanningsveld tussen veilig en onveilig?

Bij veiligheid of geborgenheid heb ik het beeld van een huis voor ogen: je vindt er koestering, vertrouwdheid, ontspanning en beschutting. Onveiligheid of onherbergzaamheid is de tegenpool. Dat doet me denken aan een landschap met weinig behuizing, aan weerbarstige natuur, ruwe weersomstandigheden en moeilijke overlevingskansen.

En de spanning tussen binnen en buiten?

Ja, die doet me terugdenken aan een periode eind jaren negentig. Ik woonde toen in Zuid-Afrika. Daar werkte ik in de townships, maar ik verbleef in een typisch blank huis: muren met scherven glas en prikkeldraad erop, een overgevoelige alarminstallatie die bij het geringste vogelgefladder iedereen deed opschrikken.

‘Bij veiligheid of geborgenheid heb ik het beeld van een huis voor ogen: je vindt er koestering, vertrouwdheid, ontspanning en beschutting’

Ik ervaarde een enorme en duidelijk gemarkeerde scheiding tussen binnen en buiten. De onderliggende overtuiging die ik had, was ‘Binnen is het veilig, buiten onveilig.’ Zowel ‘binnen’ als ‘buiten’ voelde ik als heel massief aan. Het concept van een geleidelijke overgang tussen binnen en buiten, zoals een voortuintje bijvoorbeeld, was daar onbekend.

En tenslotte ervaren we allemaal de spanning tussen kwetsbaarheid en kracht in onszelf …

Stel: ik vind jou ‘niet o.k.’ omdat je psychisch, fysiek of existentieel kwetsbaar bent. Dan kan ik me in mezelf ‘wel o.k.’ voelen. Het vreemde, de anomalie, het afwijkende en alles wat mijn denkpatronen doet wankelen, berg ik dan veilig achter muren. Dan kan ik opgelucht ademhalen in mijn dagdagelijks, overwegend economisch gestuurd leven.

Hoe leg je de link tussen die spanningsbogen en de vermaatschappelijking van de zorg?

De vermaatschappelijking van de zorg kan voor een verschuiving zorgen in die drie spanningsvelden. Dat vraagt niet alleen van ieder van ons afzonderlijk, maar ook van de zorginstellingen en de geloofsgemeenschappen dat ze een andere identiteit ontwikkelen.  Eentje die een beweeglijke positie inneemt in het continuüm van die polen.

‘De vermaatschappelijking van de zorg kan gelovigen inspireren om zich niet langer terug te plooien op zichzelf’

De vermaatschappelijking van de zorg kan gelovigen bijvoorbeeld inspireren om zich niet langer terug te plooien op zichzelf. Om zich niet te beperken tot het conserveren van de traditie en zich niet af te zonderen in hun eigen gelijk. Als pastores worden we uitgedaagd om op een fluïde manier aan kerkopbouw te doen. We mogen de christelijke identiteit niet optrekken als een muur met scherven. Integendeel, religie is een krachtbron in het dagelijks leven die mensen tussen binnen en buiten met elkaar verbindt.

Hoe zien jullie bij Labyrint dat zorg dragen voor mensen?

We hebben bij Labyrint een theologisch kortschrift. Dat vertrekt vanuit een ervaring die vele mensen herkennen: de wereld voelt vaak onherbergzaam aan en ons lichaam beleven we als een wankele behuizing. Labyrint wil, middenin die breuken en barsten, beschutting aanbieden. Dat kan een scharniermoment worden.

Bezoekers van Labyrint © Eveline Coppin 2017

Onze theologische visie en onze aanpak is gebaseerd op het spirituele leven van de ziel en op ons verlangen naar een bewoonbare thuis. We verwoorden dat zo:

‘Af en toe ervaar ik de wereld
als onherbergzaam, is mijn lichaam
een wankele behuizing
en kan ik niet om de breuken
en barsten in mijn leven heen.
Ik voel het verlangen naar beschutting, een plek
waarin ik in leegte en laagte
opnieuw aan de gang kan gaan
op het kompas van mijn ziel.
Meer nog, er is de onbedwingbare
hoop om in kwetsbaarheid
overeind te blijven en van de wereld
een bewoonbare thuis te maken.
Relax, nothing is under control.’

Hoe kunnen we omgaan met die onherbergzaamheid?

We kunnen de wereld tegemoet treden vanuit twee verschillende houdingen. Vanuit de autocentrische waarneming bijvoorbeeld: dan neem je selectief die aspecten uit de wereld waar die belangrijk zijn voor je persoonlijke behoeften, angsten, wensen en doelen. Je focust dan op het vertrouwde en je vermijdt het onbekende.

‘Openheid voor de wereld is pas mogelijk als we ons voldoende veilig voelen’

Daarnaast is er de allocentrische waarneming. Dan ligt de nadruk niet langer op jij die waarneemt, wel op de wereld die je waarneemt. Niet jouw persoonlijke behoeften staan centraal, wel de aandacht voor en nieuwsgierigheid naar de wereld. Die beide houdingen vormen de polen van een continuüm. Daartussen bewegen wij ons. Aan de ene kant voelen we het verlangen om grenzen te verleggen en onontgonnen gebieden te verkennen. Om dat te doen, moeten we wel ons vertrouwde perspectief loslaten. Aan de andere kant is die openheid voor de wereld pas mogelijk als we ons voldoende veilig voelen.

Die open houding is wellicht een pak lastiger als het om ons lichaam gaat?

Wij zijn inderdaad zowel psychisch als fysiek kwetsbare mensen. Dat ervaren we als we blootgesteld worden aan pijnlijke levensomstandigheden. Dat wankele en broze is eigen aan ons mens-zijn. We hebben geen vaststaande behuizing, ons lichaam is voortdurend in verandering, het is eindig en beperkt. Tegelijk is ons lichaam de plaats waar wij mens worden. Het is de ruimte van waaruit wij denken. Het is een spiegelbeeld van de maatschappelijke wereld waarin we leven. Ons lichaam weerspiegelt dus onze ziekten en vergiftigingen, maar ook onze veerkracht, heling en genezing.

Verlangen naar beschutting

De ervaring dat ons bestaan vol risico’s is, kan toch tot vervreemding leiden?

Zeker, ons bestaande, veilige verhaal wordt doorbroken. We worden weggeroepen uit de zekerheden die we hebben opgebouwd over ons eigen levensverhaal. Ingaan op deze ervaring is ongemakkelijk. Het is zoeken naar wat zich in deze ervaring van vervreemding onthult. Deze zoektocht vraagt om een zekere beschutting. Dan heb je een plaats zoals Labyrint nodig, waar mensen ontvankelijk voor je zijn. Ontvankelijk zijn, is beseffen dat we het goede en het mooie eerder ontvangen, dan zelf maken. Tegelijk moeten we dat positieve wel opmerken. Dat vergt een opmerkzame, ontvangende houding.

‘Ontvankelijk zijn, is beseffen dat we het goede en het mooie eerder ontvangen, dan zelf maken’

Als mensen ontvankelijk zijn voor elkaar, hebben ze aandacht voor de ambivalentie van kwetsbaarheid en kracht, van nabijheid en afstand. Aan de ene kant veronderstelt dat een gevoel van gelijkwaardigheid, aan de andere kant respect voor elkaars eigenheid en anders-zijn. Als je ontvankelijk bent, cultiveer je een houding van niet ingrijpen, van de ander laten zijn in het geheim dat die is.

Ervaringen van vervreemding geven ons de kans om een geloofssprong te maken. In onze samenleving komt dat moment van overgave vaak niet. Mensen gaan vaak geen geloofsengagement aan. Toch is het ook mogelijk dat het wél gebeurt. Spirituele taal kan hierbij helpen.

Over welke spirituele taal heb je het dan precies?

Ik denk dan aan het kompas van de ziel. Voor christenen verwijst de ziel naar de ontmoetingsplaats tussen God en mens, naar de woonplaats van het goddelijke in het concrete lichaam van de mens. Ieder mens is een kind van God, een schepping van God. Wij zijn allemaal ingeschreven in de palm van Gods hand. Ook de Jungiaanse psychologie spreekt over de ziel.

‘de ziel houdt van het onverwachte, van wat je niet kan afdwingen en van wat ons verrast’

Ik denk hierbij aan het werk van de Amerikaanse psychotherapeut Thomas Moore. Hij spreekt over de ziel als een dynamiek van verbergen en onthullen. Je kan dit vergelijken met de dansende Mirjam uit het Oude Testament. We zien haar na de doortocht door de Rietzee. Ze toont hoe de ziel houdt van het onverwachte, van wat je niet kan afdwingen en van wat ons verrast. Ze laat zien hoe de ziel zich verbindt met het gewone leven, het lokale leven, het daadwerkelijke leven, het detail. In haar dansen zien we hoe de ziel insinueert, vluchtige indrukken geeft, overhaalt door middel van verlangen en verbeelding. Tegelijk heeft Mirjam nog vele jaren woestijn voor de boeg. De ziel uit zich ook in aandacht, regelmaat en toewijding. De ziel zoekt vele lagen van betekenis. Ze houdt van eindeloze nuances, ze herkauwt. De ziel wil het bestaan uit eerste hand kennen. Ze is lichamelijk en traag. De ziel ontdekt waarde in versplintering, onvolledigheid, onvervulde beloften. De ziel leert nooit bij, maar ondergaat een transformatie. Doel is het bestaan voelen, ingewijd worden in het leven. Doel is niet de worsteling en de angsten van het leven te boven komen, maar dat leven uit eerste hand kennen.

Daarvoor moet je wel lef hebben, toch?

Ja, net daarom heb je spirituele taal nodig. Als je de wereld ziet als Gods schepping, dan wordt ze betrouwbaar en genadig. Precies omdat God zag dat het goed was. Ja, het leven is weerbarstig. De natuur is onberekenbaar. Persoonlijke en maatschappelijke relaties zijn breekbaar. En toch heeft het zin om te zoeken naar nieuwe mogelijkheden, naar bescheiden vormen van behuizing. Kijk naar de broze wijngaardslak. Dan zie je wat ik bedoel. Als we de wereld ervaren als een scheppingsruimte, dan verbinden we ons met de andere schepselen.

De wijngaardslak is een mooi voorbeeld hoe onze behuizing tegelijk broos en krachtig kan zijn © rv – pixabay

Het christelijk voorbeeld bij uitstek van deze houding is Jezus Christus. Hij verwijst naar God die mens geworden is, die incarneert, die zich verbindt met een lichaam. Precies de teerheid van onze huid is de plaats van tederheid. Dat ons lichaam wankelbaar is, maakt het mogelijk om de ander te naderen en tot steun te zijn. Of juist zelf steun te ontvangen, natuurlijk.

Uit die taal spreekt veel hoop …

Dat klopt. Precies die hoop op een bewoonbare thuis zorgt ervoor dat mensen zich verantwoordelijk voelen voor de wereld. Mensen willen leven in vruchtbaarheid.

‘Diep in ons leeft een wezenlijk verlangen om niet vergeefs, niet vruchteloos te hebben geleefd. Welke vorm en bestemming geven we aan dat verlangen?’

Vruchtbaarheid betekent dat een bepaalde bloeiwijze sterft. Die ruimt plaats voor een nieuwe levensvorm die een eigen leven kan leiden: de vrucht. Diep in ons leeft een wezenlijk verlangen om niet vergeefs, niet vruchteloos te hebben geleefd. Welke vorm en bestemming geven we aan dat verlangen? Dat mogen we uitzoeken in vrijheid en bescheidenheid. En dat verlangen om vruchtbaar te leven leidt naar een eigen zending. Die zending is elkaar bijstaan. Dan kunnen we in al onze kwetsbaarheid overeind blijven en elkaar herstellen.

Gebruik je al deze spirituele begrippen tijdens een bijeenkomst van Labyrint?

Natuurlijk niet. In elke bijeenkomst van Labyrint bieden we praktische levenswijsheid aan. We zoeken samen naar een volgende, concrete stap die je als unieke mens hier en nu kan zetten, middenin de wisselvalligheden van jouw dagelijks leven. Ons motto is dan ook: Relax, nothing is under control!

Kijk hier naar een filmpje over Labyrint (vanaf minuut 5:30)
Alle praktische info over Labyrint vind je hier!

Tekst: Adelheid Verstraeten
Redactie: Ilse Cornu
Coverfoto Adelheid Verstraeten © Wouter Verhaegen

Boeiend artikel? Help ons zin te geven en te delen door lid te worden van MagaZijn: klik hier en sluit je aan bij het MagaZijn van de zin!

 

 

 

 

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here