Home Betalend Inse Van Rossom maakt meisjes en vrouwen in Senegal sterker

Inse Van Rossom maakt meisjes en vrouwen in Senegal sterker

0
Inse Van Rossom maakt meisjes en vrouwen in Senegal sterker

Inse Van Rossom reisde in 2015 naar Senegal om een vriendin te bezoeken. Ze kwam in contact met de Senghor-familie. Dat was het begin van haar project waarin ze vrouwen ondersteunt om zelfredzaam te worden en een gezamenlijke spaarkas aan te leggen voor nieuwe initiatieven in de toekomst. Wat ze vooral geleerd heeft? ‘Relativeren,’ glimlacht ze. ‘En de kracht van het zwijgen. Op de één of andere manier maakt zwijgen je opnieuw vol. In het zwijgen wacht je op elkaar.’

Hoe kwam je erbij om in 2015 je project Groupe Senghor kunda in Senegal op te starten?

Ik wilde altijd al naar Afrika reizen. Zes jaar geleden trok een vriendin van mij naar Dakar om daar zes maanden met straatkinderen te werken. Ik stond nog in het onderwijs en was van plan om haar tijdens de vakantie te bezoeken. Ik boekte mijn ticket maar drie maanden later vertelde ze dat ze niet langer voor die straatkinderen werkte. Ze was naar het zuiden van Senegal getrokken en had in een luxehotel een job als pr-manager gevonden. Aan een zwembad in een luxehotel liggen, is niets voor mij. Ik wilde wel in haar buurt logeren en een rondreis maken. Zo kwam ik, op 100 meter van haar hotel, terecht bij een familie van verschillende gezinnen. Dat was de Senghor-familie. Ik zag hoe de vrouwen leven, hoe ze koken en wassen: allemaal bijzonder rudimentair. Dat raakte mij. Ik wilde graag het volgende jaar weer op vakantie bij hen gaan en iets voor hen doen.

Ik zag hoe de vrouwen leven, hoe ze koken en wassen: allemaal bijzonder rudimentair.

Daarom ging ik in die buurt projecten van Belgische mensen bezoeken. In die streek leven namelijk behoorlijk wat landgenoten. Zo zamelt Ingrid De Boel met haar project les femmes Toubabs ieder jaar geld in voor mensen ter plaatse. Zij vertelde hoe ze dat op particuliere basis deed en niet via een vzw. Dat sprak mij wel aan, want een vzw oprichten leek me toch veel extra werk. En dat was niet haalbaar voor mij in combinatie met mijn schoolwerk. Ik wilde graag onafhankelijk blijven en dus ging ik op aanraden van Ingrid op dezelfde manier als zij aan de slag. We zijn nu een vierde pijler-organisatie en we werken als particulier samen met families in het Zuiden. Zo kwam ik terecht in de stedelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking, hier in Halle, waar ik woon. Elk jaar ga ik naar een aantal vergaderingen en vraag ik geld aan voor de vrouwen van de Senghor-familie. Elke keer als ik terugga naar Senegal kijk ik hoever ze staan, wat ze met de subsidies hebben gedaan en wat hun plannen zijn voor de toekomst.

In jouw project koos je voor ovens bouwen. Waarom precies die activiteit?

Ingrid zorgde in haar project ook voor die betonnen oventjes. Ik had daar fotootjes van gemaakt en een uitwisseling georganiseerd tussen de vrouwen van Ingrid en die van de Senghor-familie. De eerste groep vrouwen leerde aan de anderen hoe ze die oventjes konden maken en hoe ze het project konden opstarten. Ze organiseerden zich op een nogal hiërarchische manier met une présidente, une vice-présidente, une secretaire en une trésoriaire. Die hebben allemaal hun eigen rol, hun eigen taak en hun eigen betekenis. Ze wonen op een soort vierkantshoeve en door aan de slag te gaan met die ovens kregen ze een boost om hun eigen geld te verdienen. Ze begonnen iedereen in hun familie van ovens te voorzien. Dat was het eerste project dat ik heb gefinancierd.

Inse Van Rossom: ‘Sommige vrouwen bouwen de ovens, anderen letten intussen op de kindjes.’

Elke keer als ik terugga, zijn er andere projecten bijgekomen.

Een jaar later zag ik dat ze overal in het dorp ovens hadden gebouwd. Elke keer als ik terugga, zijn er andere projecten bijgekomen. Die heb ik dan niet gefinancierd, daar zijn ze zelf mee aan de slag gegaan. Ze werken in groepjes van twaalf tot twintig vrouwen. Sommigen bouwen de ovens, anderen letten intussen op de kindjes. Ze hebben zelfs een uniform gemaakt dat ze dragen tijdens hun werkzaamheden. Je ziet, het is een echt groepsgebeuren. Heel tof om te zien hoeveel betekenis dat geeft aan hun leven!

Vanwaar kwam de idee om zeep te maken en kippen te kweken?

Het idee om zeep te maken, kwam ook van de groep van Ingrid. Om ovens te bouwen, hebben de vrouwen elkaar nodig, bijvoorbeeld om zich te verplaatsen. Maar zeep kan je op je eentje maken en op je eentje verkopen op de markt. Ik kijk wat de familie vraagt en nodig heeft en of dat realistisch is. Meestal werken we op dezelfde manier: de vrouwen maken een offerte voor de materialen en wij kijken dat na.

We hadden een groep van jonge meisjes die zagen hoe hun mama’s zelf geld verdienden. Dat voorbeeld maakte hen zo enthousiast dat ze ook zelf aan de slag wilden gaan. Ze zijn echt zeer ondernemend. Bovendien zijn ze Franstalig omdat ze naar school gaan. Dat geeft een andere dynamiek en werkt makkelijker. Zo is die kippenkwekerij er gekomen. Die groep heeft ook hun eigen taak en rollen.

Ik vergader verschillende keren met de drie vrouwengroepen afzonderlijk tijdens mijn verblijf. We bespreken wat er gebeurd is en welke plannen ze nog hebben. Sinds twee jaar werk ik ook met een groep uit een naburig dorp op 6km van het dorp waar de familie woont.

Dat lijkt me een ongelooflijke boost voor die vrouwen en meisjes! Hoe staan de mannen in de familie tegenover hen? Of andere vrouwen die niet deel uitmaken van het project?

De mannen hebben ook een rol in de projecten, maar meer aan de zijlijn. Zij helpen bijvoorbeeld bij grote verplaatsingen of als er onderhandelingen gevoerd worden. In het begin voelden sommige mannen zich inderdaad bedreigd, maar al vlug heb ik hen kunnen geruststellen. Ze zagen zelf dat de familie beter werd van de projecten. Omdat die gericht zijn op vrouwen krijg ik meer subsidies. Het gender-thema hoort namelijk bij de duurzame doelen van de VN.

In het begin voelden sommige mannen zich bedreigd, maar al vlug heb ik hen kunnen geruststellen.

Nu komen ook tienerjongens van 15 – 16 jaar naar me toe om te vragen wat zij kunnen doen. Zij willen bijvoorbeeld dieren houden. Op termijn zal ik zeker bekijken wat ik voor hen kan betekenen. Maar mijn werk bestaat op dit ogenblik bestaat vooral uit team building en people management: mensen weer met elkaar in gesprek brengen, iedereen in zijn rol en in zijn kracht zetten.

Had je die talenten vooraf al? Of dacht je eerder zoals Pippi Langkous: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan?’

Ik ben sowieso iemand die heel graag in team werkt. Ik heb ook opleidingen in verbindende communicatie gevolgd. Bij de Broeders van Liefde zijn we sterk bezig met scholen slim te organiseren. We kiezen daarbij voor zelfsturende teams. Ik merkte al doende dat ik er wel goed in ben om dat in praktijk te brengen.

Wat vind jij de mooiste vruchten van je werk tot nu toe?

Voor de vrouwen zelf is het vooral belangrijk dat ze boven hun dagelijks leven zijn uitgegroeid. De projecten hebben veel te maken met hun identiteit en dat had ik niet verwacht. De jonge meisjes hebben dan weer geleerd om na te denken over de verschillende stappen die nodig zijn om een project te realiseren. Die ervaring kunnen ze goed gebruiken als ze later een onderneming willen opstarten. Ze kunnen het geleerde dus toepassen op een ander domein.

Inse Van Rossom: ‘Bij de meisjes moet ik er vooral op letten dat ze niet te snel willen gaan, omdat ze bijzonder ondernemend zijn.’

Dat dat lukt, heeft veel te maken met het feit dat ze naar school zijn gegaan. Dat is zonneklaar. Er is een groot contrast tussen de jongere generatie die naar school gaat en de oudere generatie die geen opleiding in rekenen en probleemoplossend denken heeft. Bij de meisjes moet ik er vooral op letten dat ze niet te snel willen gaan, omdat ze bijzonder ondernemend zijn. De mama’s moet ik eerder aanporren om meer te durven. Zij spreken geen Frans en dus moet er altijd een tolk aanwezig zijn. Door die taalbarrière verlies je slagkracht en zien ze minder kansen.

Is dat eventueel een volgend project? Dat je gaat werken aan die taalvaardigheden?

Ik benader elke groep op hun eigen manier, zoals zij werken. Zij hebben hun eigen proces en ik vind het belangrijk om hen in hun waarde te laten. Ik heb er geen nood aan om hun tempo te veranderen. Vorige zomer was daar discussie over. Sommigen vonden dat de vrouwen niet snel genoeg vooruit gaan. Mij maakte dat niet echt uit, ik wil hen niet achter de veren zitten. Sommige groepen gaan nu eenmaal sneller en andere niet. En dat is oké.

Hoe komt het dat je daarin zo rustig blijft?

Omdat ik het mezelf anders te moeilijk maak. Ik wil hen zo goed mogelijk van dienst zijn. Als mensen het zelf niet sneller willen, de noden niet zien of geen initiatief nemen, ga ik dat niet veranderen of forceren. Uiteraard reik ik soms wel ideeën aan. Zo stelde ik aan de groep vrouwen voor om andere vrouwen op te leiden zodat die op hun beurt in andere dorpen ovens konden gaan bouwen, omdat zijzelf het al zo goed onder de knie hadden. Maar zij zagen dat niet zitten. Maanden later kreeg ik ineens een bericht op Messenger dat ze er klaar voor waren en dat ze een staaltje wilden bouwen in een ander dorp.

Je moet kijken wanneer de vrucht rijp is om van de boom te vallen …

Ja, ik laat wel enkele ballonnetjes op en zorg dat er ook overleg komt en ruimte om na te denken waarbij we samen de mogelijkheden in kaart brengen. Zo hadden de vrouwen hoge elektriciteitskosten én heel weinig inkomsten omdat door corona het toerisme plat lag. Ik heb bij mijn vorige bezoek echt honger gezien … Een service-club van vrouwen uit Sint-Niklaas steunt ons financieel en had ons project ingediend om Europese subsidies te krijgen. Wij hebben die race toen gewonnen, totaal onverwacht! Met dat bedrag hebben we zonnepanelen kunnen aanschaffen. Zo heeft de familie altijd licht wanneer de stroom uitvalt.

Wat vind je het moeilijkste aan het project?

Het moeilijkste is soms om de situatie correct in te schatten omdat je vaak denkt vanuit Europese en Belgische normen. Ik had eens een tafel gekocht in Dakar om zeep te snijden. Dat lijkt makkelijk, maar in de praktijk kan dat weken of maanden duren. Bijvoorbeeld omdat de tafel niet in de auto past en ze de poten moeten afzagen. Onverwachts sukkel je dan een hele tijd.

Alles wordt met de hand geschreven, we hebben geen digitale documenten.

Maar ook het omgekeerde gebeurt: je denkt dat je heel veel tijd moet voorzien voor een project en dan is de klus in een wip geklaard. Heel onvoorspelbaar soms! Alles wordt ook met de hand geschreven, we hebben geen digitale documenten. Als we dan bijvoorbeeld facturen van de zonnepanelen juridisch moeten verantwoorden, kan ik daar enkel handgeschreven papieren van voorleggen. Het is essentieel om telkens rekening te houden met de bestaande context.

Het lijkt me ook moeilijk om jezelf niet te verliezen in particuliere hulp…

Dat is helemaal waar. Er zijn al verschillende situaties geweest waarbij ik gevraagd werd om te helpen. Bijvoorbeeld om een operatie of medicijnen te bekostigen, om hulp te bieden na een ongeluk. Ik probeer telkens de evenwichtsoefening te maken en zoveel mogelijk ondersteuning te geven die aan meerdere mensen ten goede komt. Anders verlies je jezelf in alle kleine en grote zorgen van alle particuliere families. Dat is soms keihard, maar het is de enige manier om te overleven. Ik kan onmogelijk alle particuliere zorgen voor mijn rekening nemen. Mijn focus is dus de gemeenschap en alles wat ten dienste is van hun collectief belang. Ik heb daardoor al goed geleerd waar ik de grenzen moet maken, en hoe ik dit vanuit verbinding kan verantwoorden naar de families toe.

Welke eigenschappen heb je nodig om dit soort projecten aan te pakken? Mij valt alvast jouw rust op …

Ja, ik ben geduldig. Vertrouwen hebben in mensen helpt ook, alhoewel je vaak toch iets moet dubbelchecken. Verder helpt het om goed te kunnen netwerken, om mensenkennis te hebben en vooral om heel authentiek te zijn. Doen wat je zegt en zeggen wat je doet dus. De mensen merken het onmiddellijk als iets niet goed komt maar je toch doet alsof.

Je bent nu bijna zes jaar bezig. Hoe heeft dit project jou veranderd?

Ik relativeer nog veel meer dan voordien. Elk jaar als ik op bezoek ga en bij hen logeer, is het back to basics. De laatste keer was er niet genoeg water. Ik moest het stellen met één emmer water per dag om me te wassen en te koken. Dan koop ik flessen bronwater en snijd die in twee om de ene helft te gebruiken om mij te overgieten. Als ik weer in België ben, relativeer ik dus veel. Natuurlijk zou ik vele zaken missen als ik een langere tijd in Senegal zou verblijven.

Ik heb ook veel geleerd over medemenselijkheid. Bij discussies wordt er bijvoorbeeld veel tijd gemaakt om te luisteren en om te zwijgen. Wij hebben de neiging om alles vol te praten. Dat deed ik dus ook toen de stilte te lang duurde. Ik kreeg een opmerking van een vrouw: ‘We wachten nog even, die meisjes zullen wel iets zeggen, ze zijn nog aan het nadenken.’ Ik dacht toen: Wow, dat is echt wel anders dan bij ons. Dat kunnen wij echt wel van hen leren. Wij noemen dat hier met een duur woord ‘deep democracy’. Bij hen zit dat gedachtegoed in hun dna, zij hoeven daarvoor niet op cursus te gaan! Ik herinner me een oude man die koffie kwam drinken op het terras, hij zat daar de hele tijd, zwijgend. Andere mensen kwamen bij hem zitten en dan zwegen ze samen.

Zie je vruchten van dat zwijgen?

Zeker. De kracht van dat zwijgen treft me. Op de ene of andere manier maakt zwijgen je opnieuw vol. Er wordt gewacht op elkaar. Bij dat meisje dat na een lange wachttijd sprak, was er vanbinnen van alles gebeurd. Ze had echt naar haar woorden gezocht. Ze verontschuldigde zich, zei dat ze te snel was gegaan. Het was heel mooi om mee te maken hoe de groep wachtte tot zij met woorden kwam.

Op de ene of andere manier maakt zwijgen je opnieuw vol.

Dat is veel beklijvender dan wanneer je alles in de plaats van andere mensen gaat voorkauwen. Ik had de neiging om dat meisje te pushen: ‘Allez, verontschuldig je nu toch!’ De groep heeft me daarop gewezen en toen zweeg ik ook. Dat community-gevoel is heel sterk. Ik leer veel van hoe ze met elkaar omgaan.

Ze gaan dus een innerlijk proces in vooraleer ze naar buiten komen …

Ja, alles lijkt zo vanzelfsprekend en natuurlijk in die verbindende communicatie. Zij nemen daar echt de tijd voor. Wij hebben vaak geen tijd. Soms roepen ze even fel, maar nadien volgt er altijd een gesprek. De groep meisjes of vrouwen heeft ook een woordvoerder. Dat is een traditionele manier van met elkaar in gesprek gaan. Vooraf zitten de meisjes of vrouwen samen met hun woordvoerder en die geeft hen dan een stem.

Zit daar ook een spirituele motivatie achter?

Ik ben enorm onder de indruk van de spiritualiteit van het land. Ze zijn een islam-cultuur en beleven hun godsdienst in broederschappen. Die staan voor verschillende strekkingen. Ik heb veel van hen bijgeleerd.

Vertel!

Hun spiritualiteit maakt deel uit van hun dagelijks leven, op een hele mooie, natuurlijke en krachtige manier. Ze combineren hun islam-geloof met een soort animisme. Ze hebben mensen die de toekomst voorspellen, die drankjes maken en schelpen gooien. Ongelooflijk knap om te zien!

Hun spiritualiteit maakt deel uit van hun dagelijks leven, op een hele mooie, natuurlijke en krachtige manier.

De spirituele leider – de marabou – is een islamkenner die behoort tot een bepaalde strekking. Hij heeft van nature en van kleins af aan een bepaalde gave. Je kan hem consulteren voor allerlei zaken, net zoals je bij ons bijvoorbeeld naar een dokter zou gaan. Geneeskunde en spiritualiteit zijn dus verweven.

Inse Van Rossom: ‘Tijdens de worstelwedstrijd worden dranken verkocht die gebrouwen werden door marabous, spirituele leiders.’

Ik ging vorig jaar naar een plaatselijke worstelwedstrijd. Daar verkochten ze spirituele drankjes, gebrouwen door marabous. De mensen bidden ook vijf keer per dag en zijn zeer toegewijd aan de islamitische feesten. Op vrijdagavond bidden de vrouwen dan weer allemaal samen. Heel mooi om te zien is dat! Ik was ook al enkele keren tijdens de ramadan bij hen. Dan stond ik samen met hen om 5u ’s morgens op, om voor zonsondergang samen te eten. Zo kon ik van binnenuit hun beleving van islam en animisme leren kennen. Elke keer als ik daar ben, wil ik nog meer leren.

Hoe linken ze hun spiritualiteit aan die projecten?

Als de vergadering afgelopen is, sluiten ze die af met een dankgebed. Dat gebeurt heel natuurlijk en spontaan. Ze openen hun handen en bidden. Ook hier weer zie je hoe dagelijks leven en bidden verweven zijn. Ze zijn heel spiritueel in alles, bijna op een kinderlijke manier. Geen dure woorden en moeilijke taal, maar spontaan en krachtig. Ik mocht van dichtbij huwelijken en doopfeesten meemaken. Dan trekken ze hun traditionele klederdracht aan.

Inse Van Rossom: ‘Ik mocht van dichtbij een huwelijksfeest meemaken.’

Ik voel me echt thuis in die spontane, natuurlijke, kinderlijke spiritualiteit. Ik vind die heel mooi en belangrijk. De kinderen ginder worden daar al van jongs af aan in meegenomen. Bidden hoeft niet op een speciale plek te gebeuren, dat kan ook gewoon in de gang.

Op jullie site lees ik dit citaat: ‘What you do makes a difference, and you have to decide what kind of difference you want to make.’ Waarom precies dat motto van Jane Goodall, een antropologe en primatologe?

Naar haar kijk ik op, al van jongs af aan! Ik vind haar nog altijd bijzonder knap en inspirerend. Ze blijft jong van geest en eenvoudig in haar zijn. Ze doet iets groots, maar blijft tegelijk klein. Ze is bescheiden en dienstbaar, dat vind ik heel belangrijk.

En welk verschil wil jij graag maken?

Zoveel mogelijk mensen daar ter plekke gelukkig maken en in hun kracht zetten. Dat probeer ik stap voor stap zowel hier te doen in mijn werk bij Don Bosco en bij de Broeders van Liefde als in Senegal. Met de tienerjongens van de familie Senghor wil ik ook nog aan de slag. Ik ken hen van kleins af aan. Nu groeien ze op en ik wil niet rigide alleen maar voor vrouwen werken.

Voor de projecten met vrouwen ontvang ik subsidies, maar sowieso haal ikzelf ook een deel van het geld op. Ik schrijf bijvoorbeeld een interlevensbeschouwelijk pakket voor scholen in opdracht van Uitgeverij Averbode en ik geef kinderyoga, beide in bijberoep. Dat doe ik in mijn vrije tijd. De opbrengt daarvan gaat naar mijn projecten in Senegal. Die extra engagementen vragen geen grote inspanning. Ik volg altijd de weg van de minste weerstand. Daarom koos ik voor een particulier initiatief. Een vzw leek me te complex. Dan had ik er extra mensen moeten bijhalen en een administratie moeten opzetten. Ik wil het graag eenvoudig houden.

Jij geeft kinderyoga?

Jazeker. Ik werk samen met verschillende organisaties en met andere docenten. Scholen en organisaties kunnen mij boeken als ze kinderyoga-lessen willen aanbieden, bijvoorbeeld in de naschoolse opvang.

Interview: Redactie MagaZijn
Alle foto’s en beeldmateriaal © Inse Van Rossom

Wil je het project van Inse voor de Senghor-familie in Senegal graag steunen? Bezoek hier haar website! 

  • Alle giften zijn van harte welkom op rekeningnummer BE32 3634 1903 6202 
  • Bestel via dit mailadres mondmaskertjes in traditionele stoffen en kleuren, met liefde en vakmanschap vervaardigd door de couturière van het dorp! Voor tien euro krijg je vier van deze prachtexemplaren. Liever één exemplaar? Dan betaal je drie euro per stuk.

Vertel ons in je reactie onder dit artikel waarom het project van Inse je aanspreekt en maak kans op een geschenkpakket met streekeigen producten uit Senegal!

Inse koos met zorg deze ingrediënten voor je uit:

  • Senegalese snoepjes (munt en gember)
  • Bissap (gedroogde hibiscus om thee mee te maken)
  • Adja (senegalese kruidenbouillon)
  • Honing
  • Pindanootjes
  • Confituur
  • Mondmaskertjes in traditionele stoffen en kleuren

 

Boeiend artikel? Help ons zin geven en delen

 Dank je wel!

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here