Kan je twee keer verjaren?

0
256

‘Kan je twee keer verjaren?’ Die guitige kindervraag is de aanleiding van een volgend hartverwarmend cursiefje van oma Bibi over haar kleinkinderen Louisa, Joanna en Flynn. 

Tussen alle vrolijke verjaardagskaarten wijst Louisa (drie jaar en een half) naar een gouden kaart met rood hart. ‘Dat wil ik voor Flynn! Om hem te bedanken!’ roept ze luid. ‘ O, wat lief!’ zeggen de winkelmevrouw en ik bijna tegelijk. Louisa zwiert met de kaart terwijl ze met haar benen wijd open staat. ‘Waarvoor wil je Flynn bedanken?’ vraag ik. ‘Omdat hij verjaart! Hij wordt één jaar!’ We lachen en knipogen. Ondertussen vertel ik aan de bediende dat haar broertje in het ziekenhuis ligt en dat we hopen op herstel tegen zijn verjaardag. Louisa volgt de conversatie met haar ogen en hoofd terwijl ze de kaart met haar twee handen stevig vasthoudt, alsof het haar broertje is.

‘Waarvoor wil je Flynn bedanken?’ vraag ik. ‘Omdat hij verjaart! Hij wordt één jaar!’

Buiten op het terras, tekent ze twee letters van zijn naam op de enveloppe en ondertekent ze de kaart met haar naam. Eén van haar nieuwste vaardigheden, naast fietsen, klakken met haar tong en een stylo aan- en uitklikken.

‘Nu moeten we nog een échte verjaardagskaart kopen, zo één met een muziekje.’ ‘Jazeker, dat had ik je beloofd!’ (Het gouden kaartje was een gelukkig toeval). Haar exemplaar van een half jaar geleden, een kaart van 40 op 40 met een slagroomtaart als pop up en een liedje op de melodie van ‘Happy birthday’ doet nog altijd dienst. Voor haar broertje kiest ze nu in de ‘echte kaartjeswinkel’ één met een rode kabouter wiens muts rood knippert als de melodie begint.

‘Bibi, kan je twee keer verjaren?’ vraagt ze. ‘Nee, maar één keer op een jaar.’ Ze kijkt ontgoocheld. Stilte. ‘Je wil nog eens verjaren samen met Flynn, hé?’ Ze kijkt op: ‘Ja, ik ben jaloers …’ (één van haar laatste inzichten …) ‘Je vindt het niet leuk dat er zaterdag een feestje voor hem is, en dat hij cadeautjes krijgt?’ Ze knikt. ‘Dat snap ik. Maar jij hebt als grote zus een kroon gemaakt en twee kaartjes voor hem gekocht. Waw, daar gaat hij blij mee zijn!’

Aan de bushalte houdt Louisa (als troost?) een repetitief ‘kaartconcert’ met de kabouter terwijl ze weemoedig naar mensen op het plein staart.  Als de bus niet komt opdagen, reageert ze heftig met gefronste wenkbrauwen: ‘We zijn boos op de bus. Hij moet in de hoek. Tien keer, nee, honderd keer. De chauffeur moet in de hoek, de stoelen van de bus, de trappen, de deuren, de wissers, alles van de bus.’

Ze snakt naar haar tut en bed als we thuiskomen. Voor de vijfde keer lezen we ‘Jules ligt in het ziekenhuis’. Ik lees: ‘Jules en Marie spelen?’ ‘vestoppertje’, vult Louisa aan. ‘Maar plots?’ ‘sssuikelt Jules’, mompelt ze zuigend op haar tut. ‘De verpleegster doet een?’ ‘zipsveband aan.’ Er volgt een gesprekje over haar broertje en zijn gezwollen voet en dat het haar schuld niet is.

Terwijl ik dit schrijf, krijg ik een foto van Flynn in de bakfiets op weg naar huis. Zijn wapperende haren en guitige blik beloven een blij weerzien. Hij weet nog niet welke verrassingen zijn zus in petto heeft …  zorgvuldig verstopt in de la van haar stapelbed …

(Voor bezorgde lezers: Het gaat nu goed met Flynn, hij zal thuis spoedig herstellen!)

 (de namen van de kinderen zijn fictief om privacy redenen)

Tekst en foto © Brigitte Puissant

Lees ook de andere cursiefjes van Brigitte Puissant, alias Oma Bib op MagaZijn en op haar blog De dag danst! 

Boeiend artikel? Help ons zin vinden en zin delen:

 Dank je wel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here