Roetpiet, Mohammed en de heilige koe

0
475
Guido Vanheeswijck © KULeuven / Tertio

De woke-beweging lokt de laatste maanden hevige discussies uit. Die krijgen steevast een ideologische kleur en zijn levensbeschouwelijk nooit neutraal. Wat gisteren niet mocht, mag vandaag wel. Waarover we ons gisteren niet druk maakten, zorgt vandaag voor commotie. Filosoof Guido Vanheeswijck bijt de spits af van een reeks reflecties over de zin en onzin van woke. 

Zwart en blank

‘Het aloude gebruik van de term ‘zwarte piet’ was nooit racistisch bedoeld’, zegt het overgrote deel van de oudere generatie. Maar het heeft desalniettemin zwarte mensen gekwetst, meent een deel van de jongere generatie. Vanuit die gevoeligheid besloot uitgeverij Clavis onlangs haar kinderboeken te herdrukken met schrapping van de term ‘zwart’. ‘Het gebruik van de term ‘hij’ was nooit discriminerend bedoeld’, zegt het overgrote deel van de oudere generatie. Maar het heeft desalniettemin vrouwen gekwetst, meent een deel van de jongeren. In feministische kringen wordt de term ‘hij’ nu vervangen door de term ‘zij’ (naar Amerikaans voorbeeld in het meervoud). ‘Het gebruik van de ‘Mohammedcartoons’ was nooit blasfemisch bedoeld’, zegt het overgrote deel van de seculiere westerse meerderheid, want het is alleen gericht tegen moslimfundamentalisme. Desalniettemin heeft het heel wat niet-fundamentalistische moslims gekwetst. Maar het recht op het tonen van de cartoons wordt verdedigd. ‘Het beeld van de gekruisigde ‘heilige koe’ door de Truiense kunstenaar Tom Herck was niet blasfemisch bedoeld’, zegt het overgrote deel van de artistieke avant-garde, het moet immers gelezen worden als een aanklacht tegen misbruiken in de vleesindustrie. Desalniettemin heeft het christenen gekwetst. Maar het artistieke recht op provocatie wordt met verve verdedigd.

‘Moslims en christenen moeten zich niet zo druk maken,’ wordt vandaag als waarheid verteld.

Uit de mainstream-reacties op deze vier voorbeelden blijkt hoezeer de balans is verschoven. ‘Moslims en christenen moeten zich niet zo druk maken,’ wordt vandaag als waarheid verteld. De vrijheid van meningsuiting dient immers volop te spelen. Met betrekking tot zwart en blank, vrouw en man is het omgekeerde waar. Hier moet de vrijheid van meningsuiting drastisch worden ingeperkt. Het aanvoelen van mogelijk onrecht is immers sterk aangescherpt. “Nous sommes Charlie”, scandeerden we vijf jaar geleden in koor. Maar helemaal waar is dat natuurlijk niet. Soms zijn we Charlie, soms zijn we dat niet.

Winst en verlies

Gevoeligheden verschuiven, zoveel is zeker. Maar de vragen blijven overeind: wanneer is er winst, wanneer verlies? Zijn we echt fijngevoeliger geworden voor anderen, wars van makkelijke sentimentaliteit of modieuze flauwheid? Of is het veeleer zo dat we in alles wat ooit als sacraal werd aangevoeld, een vorm van fijngevoeligheid hebben verloren? Hoe komt het dan dat we het sacrale niet meer als een wezenlijk belangrijke zaak aanvoelen? Of hebben we het verleerd fijngevoeligheid voor het sacrale te verbinden met fijngevoeligheid voor menselijk onrecht?

Eén wet

Wellicht moeten we leren die vragen opnieuw hardop te stellen en ootmoedig bekennen dat we dat de jongste decennia verzuimd hebben te doen. Voor een christen is er maar één ‘wet’, lezen we in het evangelie: je naaste beminnen zoals jezelf. Maar die wet wordt in één adem genoemd met het beminnen van God, zelfs met heel je hart en heel je ziel. In onze Vlaamse en bij uitbreiding West-Europese samenleving is het tweede deel van die wet geleidelijk onbespreekbaar en daarom ook voor een meerderheid onverstaanbaar geworden. En zo is de balans gaandeweg verschoven in de richting van ongevoeligheid voor religieuze symbolen. Velen verdedigen die evolutie, omdat ze zou leiden tot een grotere fijngevoeligheid voor elkaar. Maar is dat zo? Misschien moeten we als christenen opnieuw leren dat ons streven naar begrip en rechtvaardigheid steeds tekortschiet en dat openheid op het sacrale ons daarvan niet alleen bewust maakt, maar ons ook oproept het altijd weer te blijven proberen.

Tekst: Guido Vanheeswijck

Deze column verscheen eerder in het christelijke opinieweekblad Tertio (nr. 1.084). Nog geen abonnee? Vraag een proefnummer via tertio.be

Boeiend artikel? Help ons zin geven en delen

 Dank je wel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here