Home Betalend Thei Noukens schreef een boek over vriendelijkheid: ‘We hebben fundamenteel allemaal iets goeds in ons hart.’

Thei Noukens schreef een boek over vriendelijkheid: ‘We hebben fundamenteel allemaal iets goeds in ons hart.’

2
Thei Noukens schreef een boek over vriendelijkheid: ‘We hebben fundamenteel allemaal iets goeds in ons hart.’

‘Vriendelijkheid is een trekje dat sterk in de familie Noukens-Neyens zit: ‘Als ik ergens naartoe ga, kennen ze mij allemaal!’ zeggen àl mijn broers en zussen. Mijn broer Bert ging onlangs met pensioen als hoofdmagazijnier en hij kreeg een ongelooflijk feest. Dat kwam ongetwijfeld omdat hij een aanspreekpunt was voor iedereen die iets wilde vertellen. Hij had altijd een grote zak Chokotoffs klaarstaan voor wie bij hem een babbeltje kwam slaan. Wij hebben allemaal iets spontaans. En dat heeft niets te maken met opleiding. Dat zit gewoon in ons.’ 

Thei Noukens glimlacht breeduit. Zijn boek ‘Vriendelijkheid. Het hart van het zelfstandig ondernemerschap’ sluit overduidelijk naadloos aan bij wie hijzelf als persoon is: ‘Vriendelijkheid is meer dan alleen goeiedag zeggen. Het is de vrucht van een diepere levenshouding.’

Vertel eens iets over je roots, Thei?

Ik kom uit een klein dorp, Tongerlo bij Bree in Limburg. Daar was het de gewoonte dat iedereen elkaar goeiedag zei. Iedereen was er vriendelijk. Mijn vader legde daar sterk de nadruk op: ‘Je bent niets meer dan een ander.’ Die houding heb ik sterk meegekregen. En ik heb ze overal meegenomen.

het was de gewoonte dat iedereen elkaar goeiedag zei.

Ik woon nu al meer dan 45 jaar in een stedelijke omgeving en ik zeg nog altijd tegen iedereen goeiedag. Mijn kleinkinderen vragen me soms: ‘Opa, ken jij die mens?’ ‘Nee, helemaal niet!’ antwoord ik dan, ‘ik zeg gewoon goeiedag tegen hem.’ ‘Iemand groeten is iemand beamen in zijn bestaan’, schrijft de Nederlandse dichter Hans Bouma.

Zat de gevoeligheid voor het mystieke en het spirituele er ook als kind al in bij jou?

Als er een religieus gen bestaat, heb ik daar zeker een behoorlijke portie van meegekregen. Zo lang ik mij kan herinneren, is die gevoeligheid er geweest. Als kind ben ik jaren misdienaar geweest en als elf-twaalf-jarige ging ik vaak met de pastoor mee naar het graf. Het mysterie van leven en dood, dat krijg je zo wel mee. Mijn melancholische ziel speelt hierin zeker een rol.

Hoe ouder ik word, hoe groter het mysterie en dat ervaar ik als een zegen.

Ik heb een mystieke ervaring gehad, hoewel ik dat pas achteraf zo kan benoemen door erover te lezen. Toen ik ongeveer dertien-veertien jaar was, liep ik op een warme dag in de zomervakantie tussen de korenvelden. Daar heb ik me in dat veld midden tussen de korenaren gegooid en er kwam een soort eenheid over mij die ongelooflijk speciaal was. Ik hoorde in de verte de klokken van het dorp, ik zag de blauwe lucht en de korenbloemen, ik hoorde de vogels en ik lag daar tussen het koren. Alles klopte. Dat was blijkbaar een natuurmystieke ervaring.

Later in de Alpen, toen ik begin dertig was, is het me nog eens overkomen. Die mystieke gevoeligheid heb ik dus zeker in mij en die is alleen maar toegenomen met ouder worden. Hoe ouder ik word, hoe groter het mysterie en dat ervaar ik als een zegen. Sinds enkele jaren heb ik christelijke meditatie ontdekt om iets te doen met dat mysterie en nu kan ik niet meer leven daarzonder.

Welke ervaringen hebben je sterk beïnvloed?

Ik ben opgegroeid in de sixties. Ik was heel gevoelig voor de tendensen van ’68. Ik was in de ban van popmuziek, Flower Power, driemaal Jazz Bilzen, ik heb de film Woodstock driemaal gezien. Ik keek op naar figuren zoals de eerste president van Tanzania Julius Nyerere, de Duitse Lutherse theologe Dorothée Sölle en de Braziliaanse bisschop dom Helder Camara. Van hem heb ik in Antwerpen een lezing voor een bomvolle zaal bijgewoond.

Die profetische mensen maakten een grote indruk op mij. Ze maakten me gevoelig voor de ongelijkheid in de wereld. Ook in het pastoraat hoorden evangelie en bevrijding in die tijd bij elkaar. Actie en contemplatie: het was meer dan een mantra. In onze studie en in de Universitaire Parochie, overal draaide het rond het Rijk Gods, hét grote visioen waaraan we moesten werken.

Komt je drive daar vandaan?

Die drive blijft inderdaad in je lijf zitten. Ik ben nog steeds een enthousiaste vrijwilliger van Broederlijk Delen. Dat speelt dus een grote rol, maar de laatste twintig jaar raakte ik geboeid door de wereld van de mystiek. Die spreekt me echt aan. Ik vind het doodjammer dat het mystieke aspect in het christendom bijna verdwenen is, misschien komt het nog terug.

Ik ben ervan overtuigd dat elke godsdienst ontstaan is vanuit een mystieke ervaring. Je ziet dat bij Boeddha, maar ook bij Mozes en Jezus. Bij Jezus ging dat hand in hand met zijn engagement. Daaruit put ik ook. Later ontdekte ik zowel de christelijke als de boeddhistische meditatie.

Wat haal jij uit meditatie?

Meditatie helpt mij om als christen zoveel mogelijk te leven vanuit mijn binnenkant, mijn innerlijk. In het boeddhisme staat het begrip ‘mededogen’ centraal. Dat komt overeen met wat wij als christenen ‘barmhartigheid’ noemen. Dat mededogen probeer je bij jezelf meer op te wekken via meditatie. Je komt in de stilte, in een toestand zonder beelden, concepten of gevoelens en daardoor neemt je ontvankelijkheid toe. Dat is een van de grote vruchten van meditatie. Je doet oefeningen om je geest meer open te stellen en dat helpt om de diepte van de mens, de dingen en de kosmos te ervaren.

Meditatie betekent voor mij in het leven staan vanuit de binnenkant.

Tegelijkertijd, paradoxaal genoeg, is er de ervaring van niet-weten. Onlangs las ik in een boek van een monnik dat ‘de diepste kennis zich laat kennen als een niet-weten. Alles is mysterie.’ Daarin herken ik mij helemaal.

Wat heeft je recente boek ‘Vriendelijkheid: Het hart van het zelfstandig ondernemerschap’ daarmee te maken?

Met vriendelijkheid bedoel ik meer dan alleen goeiedag zeggen. Het is vriendelijkheid in de boeddhistische betekenis. Noem het een bunkerwoord. Er zit geduld in, luisterbereidheid, mildheid en mededogen, zachtmoedigheid ook. Het is een vrucht van meditatie dat je gemakkelijker het goede kunt zien in mensen, dat je opener en vriendelijker wordt, ook tegenover jezelf.

Dat blijft natuurlijk altijd een proces, dat de ene dag al beter lukt dan de andere. Het is moeilijker als je onder stress staat. Wie onder stress staat, kan veel moeilijker zijn ontvankelijkheid openen. Meditatie helpt je om je open te stellen voor wat mooi is in mensen.

Hoe merk je dat in je eigen leven?

Ik zal je een voorbeeld geven: ik heb vorige week eens genoteerd welke bijzondere ontmoetingen ik op een halve dag heb meegemaakt. Ik ging boodschappen doen in de stad en ik stak al wandelend een vrouw van vreemde origine voorbij. Ze had een klein kindje op haar rug gebonden. Terwijl ik passeerde, wuifde dat kindje heel lief naar mij, zomaar. Dat vond ik heel mooi en ontroerend. En de zeer jonge migrantenmoeder dankte me voor mijn reactie. Er gebeurde daar iets wat het verstandelijke overtreft. Dat is een cadeautje.

Even later kocht ik een mango in een Afrikaanse winkel. Bij het afrekenen ziet de eigenares dat de mango gekwetst is en ze haalt voor mij een andere. Ze doet die moeite voor mij. Dat is toch bijzonder!

Toen ik later in mijn tuin werkte, zag ik drie metsers die een eindje verderop bezig waren. Opeens stak een van hen zijn hand op en zwaaide naar mij. Het was zijn reactie nadat ik hem zelf eerder tweemaal groette. Dat was alweer een ontmoeting met mijn binnenkant.

En daarna ging ik naar Gasthuisberg – het universitaire ziekenhuis in Leuven – om iemand te bezoeken, maar ik was er een uur te vroeg. Ik ben heel rustig in een hoekje van de grote cafetaria gaan zitten om te observeren wat daar allemaal gebeurde. En dan zie je aan de lopende band zoveel mooie dingen gebeuren. Een man die een vrouw helpt om koffie te drinken door voorzichtig het kopje aan haar lippen te brengen. En nog zoveel meer. God werkt echt in mensen als je er oog voor hebt. Door daar te zitten en te kijken, werd ik  opgenomen in die schoonheid. De meeste mensen zijn broos en kwetsbaar. Ik ook, en zo voelde ik me met hen verbonden. Dat is volgens mij de vrucht van mystiek en meditatie.

Hoe anders kijk je naar de wereld vanuit die ervaringen?

Ik ben er diep van overtuigd dat de Werkelijkheid fundamenteel in de orde van de liefde zit. Dat is het uitgangspunt van alle grote religies. Het boeddhisme gebruikt het woord liefde niet, ze willen het openhouden.

Ik denk echt dat we zijn gewild, dat een scheppende liefde dwars door alles heen loopt.

Het christendom heeft de pretentie om het liefde te noemen en dat vind ik knap. Ik denk echt dat we zijn gewild, dat een scheppende liefde dwars door alles heen loopt en ik maak daar deel van uit.

Je leest veel. Welke boeken hebben een grote rol in je leven gespeeld?

Ik geloof in serendipiteit: dat je in je leven de juiste persoon of het juiste boek op het juiste moment tegenkomt omdat je er ergens ook de voorwaarden voor schept. Toen ik begin dertig was, werd het boek ‘De vreugde van het evangelie’ van Paul Schruers, de bisschop van Hasselt, voor mij zo’n eyeopener. Tot die tijd beschouwde ik het evangelie enkel als een boek met verhalen, een motor om de wereld te verbeteren. Het ging in mijn ogen vooral over gelijkheid en de strijd tegen onrechtvaardige machthebbers. De spirituele diepte ervan had ik nog niet begrepen en daar heeft dit boek me bij geholpen. Vreugde is ook een van de mooiste woorden in de spiritualiteit.

Toen ik in de retorica zat, was ik in de ban van de filosofie en de spiritualiteit van de Franse paleontoloog, pater jezuïet en theoloog Teilhard de Chardin. Ik ben hem later wat uit het oog verloren, maar nu op mijn 73ste zit ik weer helemaal op zijn lijn. Dankzij het boek ‘God in alles’ van de Duitse Benedictijnerpater Anselm Grün en de Braziliaanse bevrijdingstheoloog Leonardo Boff heb ik hem opnieuw ontdekt.

Zij maken een analyse vanuit de oorsprong van de kosmos tot op vandaag…

Ja, de fundamentele grond is communicatie, liefde, verbinding. Ze onderbouwen dat ook met recente wetenschappelijke inzichten zoals de kwantumfysica. In de evolutie heb je af en toe een kwantumsprong. De mens is zo’n kwantumsprong, want hij kan reflecteren over zijn eigen gedrag en meeleven met anderen. Jezus was ook een kwantumsprong. We evolueren verder in de richting van eenheid, van non-dualiteit. Dat is een verdere stap in de bewustwording. De huidige klimaatproblematiek kan ons daarbij helpen, want we zitten samen in dezelfde boot.

In de evolutie heb je af en toe een kwantumsprong. De mens is zo’n kwantumsprong.

Ik zou het kleine boekje ‘Verscholen dimensie’ van de schrijfster en dichteres Catharina Visser nog bijna vergeten. Zij schrijft zinnen voor mij op die zo herkenbaar zijn, dat een ‘aha-erlebnis’ nooit veraf is.

Boeken, ontmoetingen en ervaringen zijn blijkbaar allemaal stapsteentjes om jouw honger naar zinvolheid te stillen?

Inderdaad, en mijn rol in dat alles is dan: alles van elke dag mee in die richting laten groeien. Ik blijf een zinzoeker. Met mijn boek ‘Vriendelijkheid: het hart van zelfstandig ondernemen’ wil ik zo’n concreet stapje in de goede richting zetten. Ik wil de wereld menselijker maken en mezelf uit mijn existentiële leegte trekken. Als één ondernemer zich ervan bewust wordt dat de klant vriendelijker zal worden als hij zelf vriendelijker is, voel ik me al zinvol en blij.

Je bent niet alleen een boekenwurm, je tuiniert ook graag. Op welke manier heeft die hobby met spiritualiteit te maken?

Ik tuinier vanuit een kosmische spiritualiteit en niet omwille van de dikte van mijn prei. Mijn broer zei onlangs: ‘Mijn prei is zo dik dat ik er mijn brommer tegen kan zetten!’. Waarop ik antwoordde: ‘Mijn prei valt al om als hij je brommer ziet!’ (lacht hartelijk)

Voor mij is tuinieren echt een concrete vorm van bewust worden dat ook ik deel uitmaak van de cyclus van vergaan en opstaan, van opstaan naar vergaan. Ik grap soms tegen de mensen dat ik zo graag composteer. En de verwondering neemt toe, elke lente meer en meer.

Hoe verloopt je dag?

Ik maak elke ochtend een to-dolijstje. Daarin zit een halfuurtje of een uurtje tuinieren, wat meditatie, afwassen, soms eten koken, enkele telefoontjes doen, sociale contacten, twintig pagina’s lezen en bestuderen, ruimte voor het onverwachte… Ik probeer mijn dag grotendeels in te delen volgens het principe van Benedictus’ ‘ora et labora’. Die afwisseling is een schitterende uitvinding. Na een uurtje tuinieren lees ik met een frisser en helderder hoofd.

Als je alles met aandacht doet, is zelfs afwassen niet zomaar een klus om snel af te handelen.

Als je de Werkelijkheid als een bezielde realiteit wil beleven, is de ‘ora en labora’-methode een interessant middel om de bezieling in elke handeling niet te verliezen. Dat werkt ook door in de manier waarop je de afwas doet. Ik ben blij dat ik zo voor mijn geliefden schone koppen en borden kan klaarzetten. De Spaanse mystica Theresia van Avila zei al dat God ook tussen de potten en pannen zit. Als je alles met aandacht doet, is zelfs afwassen niet zomaar een klus om snel af te handelen.

Hoe kom jij tot rust?

Mijn streven naar ‘ora et labora’ geeft me een zinvolle ordening die rustgevend werkt. Meditatie helpt uiteraard ook, naast tuinieren en lezen. Ik eindig de dag altijd met lezen. Vaak kies ik filosofische boeken of werken over mystiek of spiritualiteit: Raimon Panikkar, Paul Knitter en Ramana Maharshi. Lezen maakt me rustig en dan kan ik inslapen. Ik ga vooral voor boeken die me helpen op de weg die ik al gegaan ben, die me bevestigen in mijn keuze voor het christendom. Ik heb daar veel mee geworsteld, en precies daarom besef ik hoe interessant Jezus is. Jezus heeft de consequenties van zijn ervaringen tot op het bot volgehouden. Je overgeven aan een dimensie waarin je vertrouwt, is een prachtig signaal. Jezus moet ook verlatenheid hebben gevoeld, en toch geeft Hij zich in vertrouwen over.

Stilstaan bij een parabel zoals die van de werkers van het elfde uur is heel sterk voor mij. De inhoud wordt zelfs sterker en sterker. Jezus gaat regelmatig in eenzaamheid bidden. Hij wil in verbinding blijven. Dat probeer ikzelf te doen door christelijke meditatie. Die bezorgt me niet altijd de rust die je zou verwachten. We hebben een groep van zo’n vijftien mensen. Onze bedoeling is om betere christenen te worden. We gaan zelf thuis en om de twee weken als groep de stilte in. Diep in mij zit al stilte. Meester Eckhart zegt dat dit de plek is waar God je het meest nabij is. Een christen durft zich in de stilte ontvankelijk te maken voor God die in hem wil werken.

Die bewuste manier van leven lijkt goed bij je te passen …

Het lijkt misschien alsof ik spelenderwijs spiritueel in het leven sta, maar dat is niet zo. Ondanks mijn dagelijkse meditatieve discipline waar aandacht zo centraal staat, sta ik vaak als een afwezige in het leven. Ik luister wel, maar ik luister niet echt. Ik groet wel, maar ik groet niet vanuit mijn diepte.

als je erin slaagt om zes minuutjes je aandacht te behouden, ben je goed bezig.

 

Nogal wat bekende Vlamingen hebben het in interviews over leven in het nu. Ze lopen de moderne goeroes van vandaag achterna, maar ze weten niet wat ze zeggen. Ik troost me met de ervaring van deskundigen dat als je erin slaagt om zes minuutjes je aandacht te behouden, je goed bezig bent.

In de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren zag ik ooit een monnik die op een heel hoge ladder een stuk dakgoot aan het schilderen was. Hij was bijna klaar toen de bel voor het getijdengebed ging. Ik dacht dat hij nog even die resterende dertig centimeter zou afmaken, maar hij stopte en kwam naar beneden. Dat is me altijd bijgebleven. Het heeft me geleerd: morgen is er nog een dag. Er is voor alles een tijd. Dat veronderstelt een leven in en met aandacht. Daarom werk ik ook niet meer dan een uur per dag in de tuin.

Welke levenshouding vind jij belangrijk?

Ik wil altijd proberen het goede te zien. Volgens mij is de mens fundamenteel eerder goed. Zo staat het ook in het scheppingsverhaal: ‘God zag dat het goed was.’ Dat ging dus ook over de mens, over mij! We hebben fundamenteel allemaal iets goeds in ons hart. Vaak is dat ondergesneeuwd onder ons verstand. Het is aan mij om het goede te zien.

De dominantie van ons ego, van onze ratio heeft onze monastieke ziel – jezuïet Raimon Panikkar, Spaans filosoof, theoloog en natuurwetenschapper, schrijft dat iedereen daarover beschikt – ondergesneeuwd.  Aan mij om ze terug op te delven. Een levenshouding bevroeden waardoor ik kan leven vanuit mijn monastieke ziel, dat vind ik het waardevolste.

Wat betekent vreugde voor jou?

Dan denk ik aan een bijzondere ervaring bij de begrafenis van mijn moeder. Ze lag opgebaard in ons ouderlijk huis en iedereen kwam ons condoleren. Mijn broers en zussen en ik stonden daar op een rij, ik als oudste vooraan. Het was een onverwacht overlijden, dus er was veel verdriet. En toch was er ook een onverklaarbare vreugde in mijn hart. Dat moet de vreugde van het evangelie zijn. Vreugde staat volgens mij niet tegenover pijn, ze overstijgt die opsplitsing pijn/niet-pijn. Ook heel zieke mensen kunnen diepe vreugde uitstralen.

Welke bekende of onbekende mensen inspireren jou?

Dan denk ik spontaan aan Inge Van Mosselvelde, een vrouw die door een hersenziekte al jarenlang in een rolstoel zit. Ze heeft in haar leven veel pech meegemaakt. Toch blijft ze een kracht behouden waar ik sprakeloos bij sta. Ik heb regelmatig contact met haar en ik bewonder hoe ze in het leven staat. Zij staat op dat vlak verder dan ik. Ik zeg haar soms dat ze voor mij heel belangrijk is en dan wuift ze dat weg.

Ook Congolese families horen tot onze vriendengroep. Wat wij kwijt zijn geraakt, hebben zij nog in overvloed: ‘Alles komt goed, papa Thei, God houdt van je’. Mensen mogen tegenkomen in je leven zoals professor Herman Servotte, pater Harry Gielen en mijn twee zussen die altijd klaar staan, dat is een voorrecht.

Ik ben een grote fan van de schrijfster Catharina Visser. Ze blijft me door haar boeken inspireren dat de liefde de grondslag van ons hele bestaan is en dat wij haar moeten ontplooien op de plek waar we staan. Ooit zagen we samen een spinnenweb onder een glazen dakpan in een oude schuur. We waren beiden echt geraakt door de schoonheid van het licht dat daar doorheen speelde, al konden we er geen woorden voor vinden. De melancholie ervan verbond ons.

Hoe kijk jij naar het leven? Wat is jouw diepste overtuiging?

Ik denk dat liefde en mededogen oorspronkelijk aanwezig zijn in de mens en in de schepping. Liefde kan er maar uitkomen als die er vanaf het begin heeft ingezeten. Die  komt niet uit de lucht vallen. Ze is hier fundamenteel aanwezig. En wij mogen die ervaren in mensen en in de schepping. Zoekende christenen, zoals ik, durven deze scheppende liefde God noemen. Tegelijkertijd ben ik me bewust dat alles een onderdeel is van een groot Geheim. Het Rijk Gods is niet alleen een lineair gegeven, iets wat in de toekomst moet gebeuren. Het is tegelijk een verandering in onze binnenkant. Ook aan je binnenkant, aan je ziel moet je werken. Die twee moeten samengaan.

alles is onderdeel van een groot Geheim.

De apostel Paulus zegt ergens dat de mens de tempel van de geest is. Dat heb ik gaandeweg moeten leren. Veel groepen die in de jaren ’60 en daarna ontstonden vanuit christelijke inspiratie en met de bedoeling om de wereld te verbeteren, verloren gaandeweg hun bezieling. Ze beperkten zich uiteindelijk tot politieke analyse, tot strijd en tot engagement. Maar zonder bezieling verzanden veel van die groepen. We hebben het allebei nodig: mystiek en actie.

Thei Noukens: ‘Ik heb altijd interessante contacten op café.’

Ik bevind me nu als zeventiger in het laatste gedeelte van een mensenleven. Ik hoop dat mijn ontvankelijkheidsmodus niet wegkwijnt, integendeel, en dat ik zo de liefde mag proeven en doorgeven. Mijn diepste levenswijze is dat ik wil proberen om het goede te zien, onder andere door meditatie en door daarover te lezen. Maar evengoed door te lachen en op café te gaan. Ik heb altijd interessante contacten op café. Ik leer daar mensen in hun kern kennen, veel mensen hebben in de grond een goed karakter. Ik geef ze eerst een biertje en dan kom je vaak dichter tot elkaar. Het helpt om de enge beelden die we vaak van elkaar hebben, bij te stellen.

Welke mensen geven je een warm gevoel?

Uiteraard hartelijke en dus meestal vriendelijke mensen met een grote portie spontaneïteit! Als ik voel dat iemand vanuit zijn binnenkant spreekt en zich openstelt, geeft mij dat een warm gevoel. Vaak komt er dan automatisch humor en ernst bij. Ik ervaar zo’n gesprek als zinvol, al weet ik dat ook niet zeker. Maar als je herkenning vindt bij mensen, is dat altijd belangrijk.

Welk spoor zou je willen achterlaten voor je kinderen, vrienden en familie?

Mijn kleindochter Lore van veertien merkte onlangs op: ‘Opa, jij bent de enige persoon die ik ken die lacht om zijn eigen grappen!’ Ik vind humor heel belangrijk. Ernst en humor staan volgens mij niet tegenover elkaar. Humor is eerder een vrucht van spiritualiteit, omdat je leert om jezelf en je bezigheden te relativeren. Een synoniem van grappig is ‘geestig’ en daar zit het een beetje in. Je moet kunnen relativeren om van humor te genieten. Dat wil ik graag doorgeven. Het belang van vriendelijkheid zou ik ook willen meegeven. Het maakt van jezelf en van anderen ontspannen en vreugdevolle mensen.

Een synoniem van grappig is ‘geestig’ en daar zit het een beetje in.

En ik zou het ook fijn vinden als minstens een van mijn kleinkinderen de smaak van tuinieren te pakken krijgt. Dat ze dan dertig jaar na mijn dood aan hun kinderen vertellen dat ik hen geleerd heb hoe ze prei moeten planten bijvoorbeeld. Tuinieren is de perfecte vorm van circulaire economie. Ik merk dat daar bij een deel van de jongeren wel een nieuwe gevoeligheid voor is. Dat is een hoopvol signaal.

Interview en redactie: Kolet Janssen
Co-redactie: Ilse Cornu

Foto’s © Thei Noukens

‘Vriendelijkheid. Het hart van het zelfstandig ondernemerschap’ kost €15 en kun je rechtstreeks bestellen via thei.noukens@telenet.be.

 

 

 

 

 


Boeiend artikel? Help ons zin vinden en zin delen:

 Dank je wel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here