‘De Engelenmaker’: de bestseller die zowel God als wetenschap op hun donder geeft

0
744
Stefan Brijs © Diego Franssens

Al twintig jaar lang stuurt Stefan Brijs (48) pakkende schrijfsels de wereld in. Om dat te vieren, verdiepten we ons in ‘De Engelenmaker’, Brijs’ meest bejubelde roman. We ontdekten al snel dat al de lof en eer die hij ervoor kreeg meer dan verdiend is.
Toegegeven: wanneer een boek bekroond is met een aantal literatuurprijzen, zijn we altijd een beetje op onze hoede. Literaire prijsbeesten hebben de neiging bol te staan van oneindig lange volzinnen, stoffige metaforen en filosofische overpeinzingen die ervoor zorgen dat je jezelf, na een lange werkdag, liever neerplant voor de televisie dan een boek open te slaan. Maar niets van dit alles in ‘De Engelenmaker’. Pas op: als licht verteerbaar zouden we Brijs’ roman nooit bestempelen – en als easy reading nog minder – maar dat hij leest als een trein, staat als een paal boven water.

Brijs’ roman gaat over Victor Hoppe, een geniale wetenschapper die met zijn drieling naar zijn geboortedorp verhuist, het fictieve Wolfsheim, een gehucht in de buurt van het drielandenpunt. Dat Victor zijn kinderen angstvallig thuishoudt, leidt al snel tot wilde speculaties bij de dorpelingen. Wanneer echter blijkt dat dit komt omdat ze een hazenlip hebben en ziek zijn,  gaan de gemoederen alweer liggen. Frau Maenhout, de gepensioneerde onderwijzeres die Victor inhuurt om op zijn zonen te babysitten, ontdekt echter dat er een stuk meer aan de hand is dan op het eerste zicht lijkt.

Hoogmoed en schuld

‘De Engelenmaker’ is zo’n roman die onder je huid kruipt en daar nog een lange tijd blijft zitten. Beklemmend en onheilspellend maakt de Genkenaar ons gewaar van wat er precies aan de hand is met het hoofdpersonage, als een spin die geleidelijk zijn prooi belaagt. Via het vakkundig gesponnen web van Brijs leren we dat Victor als kind verwaarloosd werd, maar door z’n superieure intelligentie na zijn traumatische jeugd toch erin slaagt een succesvolle carrière uit te bouwen, om nadien door z’n te hoge ambities ten val te komen als een Icarus die de zon tracht te bereiken.

Het is door de Bijbel te letterlijk te nemen, dat Victor zichzelf verliest in zijn waanvoorstellingen.

Dat is dan ook een belangrijk thema in Brijs’ werk: hoogmoed, God de loef willen afsteken. In deze tegenstelling komen wetenschap en vooruitgang als een moreel kwaad naar voren, maar het christelijke geloof krijgt eveneens klappen. Het is namelijk door de Bijbel te letterlijk te nemen, dat Victor zichzelf verliest in zijn waanvoorstellingen. En het is misschien wel door zijn eigen onvolmaaktheid, zijn hazenlip, dat zijn vader hem verstoot en dat hij een houvast zoekt in de Bijbel.

‘De engelenmaker’ gaat over het onvermogen met het onvolmaakte om te gaan.

Of zoals de jury van de Libris Literatuurprijs het zo passend verwoordde: Niet ‘god spelen’, maar God overtreffen lijkt de boodschap van de moderne mens. In die zin gaat ‘De engelenmaker’ over het onvermogen met het onvolmaakte om te gaan, over de fixatie op perfectie en over het mateloze streven naar controle en manipulatie dat onze mythe, onze blindheid is geworden.

Doorheen al dat literair gekibbel tussen wetenschap en geloof, treedt een menselijk verhaal naar de voorgrond over een monster voor wie we, ondanks zijn gruwelijke daden, toch sympathie krijgen. Op het einde knaagt de vraag: Wie treft er nu écht schuld? We zijn fan.

Stefan Brijs, De engelenmaker, Atlas Contact, Amsterdam, 2017.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here